Waar blijft die vogel nou? verzuchtten de bandleden tegen elkaar op de plaatpresentatie, vlak voordat een grote, oude Cadillac het gazon op komt scheuren. De Amerikaan wordt geparkeerd in het aanpalende zwembad, waarna hun manager zich op z’n gemak bevrijdt uit het zinkende vehikel. Ladies and gentlemen, I present to you the new album of Blackout! schreeuwt hij met een natte plaat in zijn hand.
Frits Hirschland was o.a. manager van Kayak en Earth & Fire en vlák voordat hij zich bij het junglecommando van Ronnie Brunswijk aansluit, maakt hij Falco wereldberoemd met “Amadeus”. Het kakelverse Blackout beweegt zich – nét als de eighties beginnen – in de betere kringen, dus.
De band was nieuw, maar zanger Jerry Turner was allang geen groentje meer. Hij had een échte hitsingle gehad en zelfs meerdere malen in TopPop gestaan. Hij kon bij Willem van Kooten binnenlopen en Belinda Meuldijk liet hem zelfs – terwijl ze spaced out in bad lag – haar eerste Nederlandse teksten horen. “Er is geen banger hart, geen banger hart dan dat van mij.” Of het iets was vroeg ze aan Jerry, wat toch wel iets zegt over de status van hem als song-smeder in die tijd.
Het gaat dat jaar skyrocket met Jerry en Belinda. Meuldijk wordt partner en succesvol tekstschrijver van Rob de Nijs en de plaat van Blackout wordt tot in Italië en Canada uitgebracht. Maar waar Belinda een publiek figuur wordt, kiest Jerry ervoor te breken met zijn platenlabel en met een nieuwe sound meer underground te gaan.
Cassettes in plaats van vinyl
Moscow Tops is de eerste band, die uit de as van Blackout herrijst. Zijn eerste “artistieke band”. De liedjes, muzikanten en opnames zijn onveranderd goed, maar totdat Jerry begin jaren negentig weer besluit “geld te gaan verdienen” worden er geen platen meer uitgebracht; enkel democassettes. Veertig jaar later geeft Jerry ze vrij voor release.
Luister naar de muziek en lees meer over Jerry Turner en Moscow Tops. Kennen jullie de band? Of één van de minstens twintig andere bandjes van Jerry, die in dit artikel de revue passeren? Wat vinden jullie van zijn muziek? Wat is zijn plek in de Nederlandse muziekgeschiedenis? Laat het me weten!
Dit is de demo van Moscow Tops, waarmee mijn onderzoek begint. Als je op play klikt kun je tijdens het lezen luisteren naar de muziek. Onderaan dit artikel is ook nog een luisterlink geplaatst.
Op onderzoek naar Moscow Tops
Reclame voor topjes. Dat is wat Google twee jaar geleden prijsgeeft in mijn zoektocht naar Moscow Tops. Ook de historische kranten geven niet thuis; niet eens een voetnoot voor de band. Gelukkig zit er een klein briefje bij de demo. “Als jullie het goed vinden bel of schrijf dan even naar Jerry Turner.”
Ik ben inmiddels redelijk handig met het online vinden van mensen en na een tijdje stuitte ik op deze YouTube video.
Jerry TurnerX
Music & Arts van Jerry TurnerX: “de Amsterdams Picasso, die met nagellak schildert“. Ik denk dat ik beet heb. Het filmpje verwijst me naar de website Monkeyinthevondelpark.nl en daar vind ik een e-mailadres. “Of hij in Moscow Tops gespeeld heeft en of ik wat vragen mag stellen” typ ik in mijn mail, waar ik een foto van de demo en het briefje aan toevoeg. En ja hoor, dezelfde dag krijg ik antwoord: “High Marco, ik ben de zanger-componist van Moscow Tops en vraag mij af hoe jij aan de demo komt. Dus mail mij maar met je vragen”.
Ik moet me altijd inhouden om in zo’n eerste mail nooit te overvragen. Ik heb inmiddels geleerd dat dat afschrikt, dus ik beperk me tot de vragen Wie waren de bandleden?, Hoeveel exemplaren zijn van de cassette gemaakt? en Wat is er met de Moscow Tops gebeurd?
Jerry reageert gelukkig snel en nodigt me zelfs uit voor persoonlijk contact. “High Marco, ik ben het archief ingedoken. Op die demo uit 1983 spelen Ad Bosters (gitaar), Jerry Turner (vocals, mini synth), Leo Loww (bas), Jaap Blok (drums) en Ed Kroket (sax). Van de cassette is 1 exemplaar gemaakt. Ze is voor de KRO samengesteld uit nummers van ons cassette album “The Sound Of Young Amsterdam”. Als jij die 12 tracks wilt hebben dan moeten wij de cassette even op een cd branden. Heb jij daar de mogelijkheden voor? Laat het weten dan maken wij een afspraak. Grtz Jerry Turner.”
Dat laat ik me geen tweede keer zeggen en voor ik weet ben ik tussen het voorjaar van 2019 en 2020 vijf keer langs geweest in Amsterdam om cassettes te digitaliseren, foto’s te bekijken en Jerry te horen praten over zijn projecten, zoals hij ze noemt. Zijn huidige artiestennaam is Jerry Turner, maar de in Amsterdam geboren Gerry Putter zou je ook kunnen kennen als Gerry Jerry en Jerry Putter.
De demo van Moscow Tops is niet van een beginnend artiest. Verre van.
Toen zag ik Mick Jagger
Twaalf en een half jaar geleden vertelt Jerry aan de Volkskrant: “Het begon met It’s all over now. Toen ik dat hoorde op mijn transistorradiootje wist ik dat ik muziek wilde maken. Ik moest banketbakker worden, maar mijn haar was zo lang dat het niet meer onder mijn koksmuts paste en ik stond voor de keuze: mijn haar eraf of anders van school. Dus dat was duidelijk.
Met mijn eerste beatbandje speelde ik in jeugdhonk Het Karrewiel. In ruil voor het optreden kreeg ik een kaartje voor het eerste optreden in Nederland van The Rolling Stones (8 augustus 1964). In een witte spijkerbroek met zo’n zwarte oliejas van het Waterlooplein ging ik naar Scheveningen, in mijn eentje. Heel opwindend, het was mijn allereerste concert.
Toen ik Mick Jagger zag, wist ik dat ik zanger wilde worden. Ik heb nooit iets anders meer gedaan. Ik heb het op die plek besloten en het heeft mijn leven bepaald.
Het concert heeft nog geen tien minuten geduurd. Ze speelden Carol, en de tent werd afgebroken. De microfoon viel uit omdat mensen aan het snoer trokken, iedereen stond op de stoelen. Het werd een enorme puinhoop. The Stones vonden het prachtig. De politie kwam met paarden en al het Kurhaus binnen. Heel eng vond ik dat. Ik ben naar buiten gevlucht.
In 1966 speelde ik met The Lads in buurthuis Ons Huis, beat- en Stones-covers. Na een paar nummers werden we bekogeld met van alles en nog wat. Er was een knokploeg van de Outsiders: de andere populaire band uit Amsterdam-Oost in die tijd. Wij werden door de politie afgevoerd en op dat moment dacht ik Nu ben ik net Mick Jagger.
Het lijkt of wat er in het Kurhaus gebeurde een voorbode was van hoe het in mijn muzikale carrière zou verlopen.”
The Lads
Over die periode vertelt Jerry mij: “In een band moest je er goed uitzien. Je moest lang haar hebben, touwschoenen met rode sokken en een oliejas. Dat hadden mijn beste vriend Eduard Hooiman en ik. Maar verder? We waren net 16 jaar, hadden geen geld, geen spullen, helemaal niks. Dus we gingen naar het abattoir toe, haalden daar een varkenblaas en spanden die nat over een blik. Dat liet je dan drogen, waarna je de perfecte drumtrommel had. De bas maakten we van een theekist met een stok d’r aan en waslijnen erlangs. M’n Framus gitaar plugde ik in op een oude radio, die ik op het Waterlooplein had gekocht. En het scheerapparaat van mijn vader deed dienst als microfoon voor op de promotiefoto’s die we maakten.

Na een aantal kleine optredens besloten Eduard en ik dat we een échte band zouden gaan oprichten. Ik heb vervolgens apparatuur gekocht en zangzuiltjes. Die band noemden we The Lads: de eerste beatgroep in Amsterdam! Eduard zong; ik was de gitarist.”
Het concert in jongerencentrum Ons Huis is het eerste betaalde optreden van de band. Het wordt niet alleen gekenmerkt door de gewelddadige confrontatie met de Outsiders (“Er was in Amsterdam-Oost een strijd tussen The Lads en de Outsiders”) en het ontzet door de politie, maar is ook Jerry’s debuut als zanger. Na één wild nummer is Eduard namelijk zijn stem kwijt. “Eduard ging dansen met de meiden en ik nam de zang van hem over.”
X plus Niks
“Eduard stopte met zingen en werd manager. Ik kwam in contact met Herman van Boeyen: toen al een waanzinnige drummer.” Uit die ontmoeting ontstond X plus Niks en de traditie om bij elke nieuwe samenstelling ook een nieuwe bandnaam te kiezen.

The Love Organisation
Het vertrek van Herman is een gemis en betekent wederom een andere bandnaam, maar de komst van nieuwe drummer Ben Quist brengt veel pluspunten met zich mee.
“De vader van Ben had namelijk een loodgietersbedrijf op de Overtoom. En dat was een enorm voordeel. In die tijd kon je nergens repetitieruimtes krijgen, maar bij hem konden we elke zaterdag repeteren. Bovendien had zijn vader een bus en dat werd natuurlijk de bandbus. En dan was daar ook nog die leuke zus, die altijd achterin bij ons wou zitten. Z’n pa had geen idee dat de halve band zat te friemelen aan zijn dochter!”

De band brengt Jerry zijn eerste grote succes. Ze winnen in 1968 het Lijn 3-concours: een marathonwedstrijd – van vrijdagavond 30 augustus tot de zondagavond erop – tussen 23 bandjes. Jerry: “Dat was de voorloper van De Grote Prijs van Nederland. De maandag erop stonden we groots – met foto – in het Het Vrije Volk.”
Rain
De eerste muziek van Jerry die ‘uitkomt’ is van zijn volgende band Rain. Weer met betere muzikanten. “Met Bas Seeman (ex-Ciné), Hans de Rijbel (ex-Moonspinner) en Eddy Evers (ex-Circus). Voor Amsterdamse begrippen een superband.” De psychedelische single She Gets Me (1970) is de eerste release op het nieuwe Flame Records.
Jerry: “Het is ook het eerste singeltje dat Tineke op Radio Veronica (in haar eigen radioprogramma in de avond, red) draaide! En het haalt de tipparade.” Het vinyl-singletje is tegenwoordig een heuse collectors item, waar je gerust meer dan € 50,- voor moet neerleggen.

Silence
Een jaar later gaat een andere droom in vervulling. “Met m’n nieuwe band Silence mogen we een single uitbrengen op Decca. Het label van de Rolling Stones! Ik was hartstikke trots!” De melodieuze hardrock wordt opgenomen in de Wisseloord Studio’s, met Hans van Hemert als producer. Ook deze single is inmiddels wereldwijd gewild door verzamelaars.
“Gerry” Jerry is met 21 jaar, de oudste van de band uit Dordrecht. Bassist Wim van der Ven is 19 en drummer Tom Matser is slechts 17 jaar oud. John Weeda is net twintiger “en vingert op één avond zoveel solo’s uit zijn gitaar dat deze na afloop kreunend in de koffer gestopt wordt.” Ondank hun jonge leeftijden gaat het er erg professioneel aan toe. Ze hebben een lichtshow, een stage- en roadmanager, heuse Marshall torens en meer dan twintig nummers op hun repertoire “waarvan negentig procent eigen werk, wat in die tijd heel uniek was.” Hun performance brengt ze zelfs tot aan de Star Club in München aan toe.

Hits smeden
Jerry: “Toen Silence uit elkaar viel rond 1972, besloten John Weeda en ik professioneel songwriter te worden. Je kunt optreden wat je wilt, maar je moet gewoon nummers schrijven. Wie schrijft blijft! We hadden een grote Revox-recorder staan en gingen samen liedjes maken. Ons doel? Hits! Wekelijks kwamen we bij elkaar. Ons bandje, het poppy Fingerprint, testte de nummers in jeugdhonken.” In 1975, na jaren van smeden en schaven, stuurden ze hun eerste tape naar Phonogram. “Niet geïnteresseerd.”
Gelukkig kreeg hun songwriting een andere boost; John & Jerry ontmoetten Frank Riesenbeck. Bovenin een kattensnoepjesfabriek konden ze zijn studio gebruiken. “Dat was in 1976. Daar is Steppin’ Stone ontstaan.”
Breekpunt
De nummers trekken de aandacht van Cor Aaftink en Roy Beltman (producer van o.a. BZN) en Frank, John en Jerry mogen de EMI studio in. Eddy Evers van Rain wordt erbij gevraagd voor een volledige line-up. Jerry: “Weer een stapje hoger. We mochten vijf nummers opnemen.”
“Maar wat was nou het vervelende… we schreven alles samen, John en ik, maar Steppin’ Stone was van mijn hand. En laten ze nou net dát nummer uitkiezen als potentiële single voor onze nieuwe band Melody. Dus wat gebeurt er? De pleuris breekt uit. John was not amused. Hebben we drie jaar samen lopen schrijven; kiezen ze jouw liedje. Hij bleef bij de band, maar privé heb ik hem nooit meer gezien. Tot de dag van vandaag.”
“Vanaf dat moment ben ik alles alleen gaan schrijven en was ik de directeur in al mijn bands. Take it or leave it!“
Melody. De groep waar een luchtje aan zit
“Komt dat horen, komt dat zien, komt dat ruiken” schrijft Ad Visser in de Telegraaf van 31 mei 1977. Hij heeft het over Melody. Als gimmick besprenkelt de band de singlehoezen van Steppin’ Stone met aardbeienparfum. Geen échte noviteit, want de Amerikaanse band Raspberries waren hen in 1972 al voorgegaan, maar in de Nederlandse markt een première.
Ad Visser: “Melody gaat zelfs nog verder door hun kleding te drenken in het aardbeienvocht. Ook gaan zij tijdens hun concerten de zaal bestuiven met aardbeiengeur.“
Jerry: “Melody was écht heel beroemd. Er waren 35 man achter de schermen bezig om een succes van ons te maken. We stonden in de Hitkrant en Popfoto en traden zelfs op op een rondvaartboot, die door de grachten voer. Ook hebben we nog een opname voor TopPop gemaakt.”

Uit de Hitkrant: “Melody speelt geen funk of punk, maar skunk-rock (…) Jerry is dag en nacht met muziek bezig en zijn nagels zijn altijd om-en-om blauw en rood gelakt (…) John is gek op blonde meisjes (…) en Frank drinkt alleen jus d’orange.” Een ander artikel schrijft vanuit zakelijke perspectief: “Een groep waar een luchtje aan zit. Platen, muziekblaadjes en hele zalen vol zullen stinken naar aardbeien. Maar het geld dat de groep moet laten binnenstromen stinkt niet.“
Melody neemt nog een single op, Come Kids, krijgt het predicaat ‘radiotip’ van Alfred Lagarde, maar het succes zet zich niet door. Richting het eind van 1977 zat niemand meer op bubblegum bands te wachten.
Het zal aan Frits Spits gelegen hebben. Jerry: “Die zei letterlijk dat hij Melody nooit zou draaien. Dus ik heb met Frank een taart gekocht en ons gemeld bij de receptie in Hilversum. We hebben een taart voor mijnheer Spits, omdat ie voor het eerst onze plaat gaat draaien. Wanneer we Frits in het zicht hebben, roept Frank: Spits? Je bent zo’n lul. Hier heb je een snoepie… en douwt ‘m zo een taart in zijn gezicht. Een historisch verhaal!”
Bad Melody
Jerry voelt de tijdgeest goed aan, maar is vooral ook opportunist. Het zoete imago wordt overboord gegooid en Melody krijgt een punk-injectie. Bad Melody is geboren! In deze setting schuurt Jerry het dichtst tegen stardom aan.

Jerry vertelt een prachtig verhaal: “Wij traden op in de Last Waterhole, volgens reisgids “Europe on Five Dollars a Day”, de gevaarlijkste plek van Amsterdam en dus een belangrijke trekpleister op de Wallen. Terwijl we aan het spelen waren, trekt een gast enthousiast z’n hemd uit, loopt met zijn basgitaar het podium op, trekt de stekker van onze bassist d’r uit, plugt zelf in, gaat op zijn rug liggen en speelt klakkeloos vijf, zes nummers mee en ging helemaal uit zijn dak.”
“Ik kende hem niet, maar in de pauze vertelt Arno Dokter van platenzaak No Fun mij dat het Captain Sensible is die meespeelde en waar ik op dat moment een biertje mee drink. Ook blijkt Sting naast me te zitten, terwijl hij me net had verteld over een mooi meisje – Roxanne – die hij op de Wallen had ontmoet en waar hij de dag erna mee afgesproken heeft.”
“The Captain vond ons helemaal geweldig en na afloop van de avond vroeg de manager van The Damned of wij met hen op tournee wilden gaan.”
Toeren met The Damned
Hoeveel optredens Bad Melody in het voorprogramma heeft gestaan, weet Jerry niet precies meer. “Een stuk of vijf? Sowieso het optreden in het Mafcentrum (Maasbree) en die in de Melkweg” van 17 oktober 1977. Bij deze concerten stonden ook The Police en Wayne County op het podium.
Jerry: “Sting met stekeltjeshaar, David Vanian met zijn Dracula cape, en Wayne County in z’n meisjeskleren. Een geweldige combinatie. Maar wij waren de échte punkers; wij rosten!”
“Op de snelweg gooiden de jongens van The Damned vers gestolen eieren naar de auto’s van ons en die van The Police. Dat kun je niet navertellen; ’t was een belevenis van hier tot Tokyo.” Enigszins trots: “Arno, die een hekel had aan Sting, heeft hem zelfs een keer uit onze kleedkamer getrapt, want wij hadden meer bier in de koelkast dan The Police. Dit is de kleedkamer van Bad Melody!“
“The Captain is ook nog een tijdje blijven logeren. Aan de Churchilllaan. Bij Arno, die ook roadmanager van de band was. Wij hebben hem heel Amsterdam laten zien. En altijd als wij speelden – ook bij ons laatste concert op de Jaap Eden schaatsbaan – kwam hij even kijken.”

The Captain aan het woord
Ray Burns a.k.a. Captain Sensible over deze periode: “I remember them well. How could you forget that strawberry stench that followed them wherever they went. They were a really fun band and great blokes, and being a fan of power pop I’ve much enjoyed watching them play on those gigs. They literally poured strawberry food flavouring all over themselves before going onstage. And you know what we called our 5th album? And the trick we played on the inner sleeve?”
Juist! Strawberries. En de binnenhoes? Die rook naar…
“The Police were our support act that tour. I liked and got on well with them, but Brian was having delusions of grandeur at the time and treated Sting and co like some bunch of no hopers. That didn’t last for long, did it?”
Frank Riesenbeck producties
Door het gedoe met John Weeda, in aanloop tot Melody, was Jerry gestopt om met anderen te schrijven, maar in drummer Frank Riesenbeck vond hij toch een andersoortige partner. “Frank was ook producer. Eén met een beetje aanzien en rare ideeën. Ik dacht Daar moet ik zijn. De producer betaalt immers de studio’s, zorgt zelfs voor muzikanten; het enige dat ik hoefde te doen was met liedjes te komen. Klaar.”
“Ons eerste project samen was Baba. Een Boney M imitatie, waar ik de commerciële liedjes voor schreef. En wat bijna niemand weet: ik heb de nummers ook ingezongen. Met Baba hebben we twee singles gemaakt: Ali Baba en Love Is All. “Zeer succesvol in Duitsland.” Het was het begin van een vruchtbare samenwerking met Frank.
Gangster
Toch vond Jerry ook nog tijd voor een nieuw bandje: Gangster.

Een fragment uit hun meesterlijke bio: “De grootste bankroof aller tijden. Vier GANGSTERS, te weten Jerry, John, Martin en Paul, hebben een bedrag buit gemaakt van 15 miljoen gulden. Met een gedeelte van dat geroofde geld werd een jeugddroom gerealiseerd in de vorm van een eerste plaatje, “Run for the police” geheten. De GANGSTERS hebben een roemrucht verleden. John en Jerry zijn afkomstig uit de Amsterdamse “gang” MELODY die bij elke bankroof het bankpersoneel stijf spoten met aardbeienlucht. Behalve met het openbreken van kluizen, houdt GANGSTER zich ook bezig met het opblazen van de hedendaagse disco en computersound en speelt GANGSTER zelf New-Rock.“
Jerry: “Run For The Police klinkt geweldig, vind ik zelf! Het nummer zat bij Willem van Kooten’s uitgeverij Big Lift, werd ook gedraaid in zijn Joost mag niet eten show en haalde de tipparade.”
Carrièrefout?
Run For The Police was geproduceerd door Roy Beltman en het contract dat Roy en Cor Aaftink Jerry hadden aangeboden voor twee singles wekte de woede van Frank. “Ja hallo! Wij zitten samen in een studio. We werken samen en kunnen producties maken voor Van Kooten, maar als je nog één single voor hen (Phonogram) maakt, dan kap ik er mee. Dus: ik stond voor een dilemma.”
“Franks was een vriend van mij en had veel overwicht op me. Ik koos ervoor om de tweede single van Gangster Go met Frank op te nemen en te verkopen aan Willem van Kooten. Voor de goede vrede.”
“Daarna had ik natuurlijk Roy Beltman aan de lijn. Wat flik je me nou? Je hebt bij ons een contract! Ze hadden hele grote plannen met mij, maar wilden vanaf dat moment niets meer met mij te maken hebben. Dat is een grote fout van mij geweest. Je kunt beter bij Phonogram zitten dan bij Frank Riesenbeck.”
Het is maar de vraag. Ook de reeks producties met Frank heeft Jerry geen windeieren gelegd. “Alles wat we maakten, werd uitgebracht.”
The New Dutch Organ Group
De single Holland Disco (1978) van Frank en Jerry is een commerciële klapper! Het haalt de 18e plek in de Top 40 en de Zweedse zangeres Siw Inger zingt zelfs een schlagerversie. In 1979 cashen de mannen in op het succes met de single Summerdisco en een heuse LP (Street Organ Goes Disco).
“Dat album en die singles met draaiorgel tunes? Daar heb ik als componist van de muziek het meeste geld mee gemaakt. Ze werden overal uitgebracht. Amerika, Duitsland. Er is zelfs een clip speciaal voor de buitenlandse markt gemaakt. Die nummers worden nog steeds gebruikt bij televisie-items over Nederland.”
Jerry maakt geen glam, punk of psychedelische rock meer, maar zet de met Baba ingezette lijn van discodeuntjes door! En wie horen we het nummer zingen?
We love disco dancing in Holland
Disco dancing in Holland
We love disco dancing in Holland
Dancing in the street
Jerry vertrouwt me toe dat het Maggie MacNeal en Margriet Eshuijs zijn. Zo gaat dat dus met zijn studioproducties in de die tijd. Alleen de beste ingrediënten! Lex Harding roept het nummer uit tot “meest originele Alarmschijf ooit“.
Meer producties voor anderen
De disco en de samenwerking met Frank maken van 1978 en 1979 een zeer productief jaar. Boss, Boss, Boss (Sirprice), Foolish Baby en Disco Dancer van Joe Bourne? Ook van Jerry’s hand. Dat laatste nummer wordt ook nog als cover door Daisy Dynamite op single gezet, alsmede door het Zuid-Afrikaanse The Movers.
In 1979 wordt iets gas teruggenomen met andermans producties. Pecasse, met een aantal Long Tall Ernie & The Shakers leden, nemen Come To Holland en Sixteen Girl van Jerry op. En wat te denken van het nummer Hot Lips van Howling Hurricane, met Angela Groothuizen op zang? Jerry: “Ja, ik heb de eerste single van haar geschreven. Net voordat ze de Dolly Dots inging. Door deze single werd ze ontdekt!”
Blackout
Belangrijker nog dat jaar is de oprichting van Jerry’s nieuwe band. “Na het succes van Melody en Gangster wilde ik de new wave kant op en starte ik Blackout. Met gitarist Paul Zijp, drummer Wim Meuleman en bassist Leo Low Werneart. We repeteerden op een boot aan de Amsterdamse Stadhouderskade, waar we de eerste demo’s uitwerkten, die ik geschreven had.

“Na een lange reeks producties voor Van Kooten besloot ik het eens te proberen bij Peter van Epen van Holland Music: een grote uitgeverij, dat onderdeel uitmaakte van het Amerikaanse Peer Southern Productions. Ze beloofden het groots aan te pakken; we hadden een budget van maar liefst honderdduizend gulden.
Toen we de studio ingingen om ons album op te nemen, kwam de labelmanager langs, die vroeg ons wat te spelen. Na één nummer riep hij me bij zich. Jerry, kom eens ff hier. Dit is een amateurbandje. Zo gaat het écht niet, hoor! Zij belden daarop gitaristen David Hollestelle en Peter Huijing: een hele goeie sessiemuzikant. Ook vlogen ze drummer Arno van Nieuwenhuize in; een waanzinnige drummer, die tegenwoordig bekend is van o.a. The Voice. En ze haalden Gert Jan Eijlers d’r bij voor op keyboards. Van de band Deluge. Zo stond daar – voor Nederlandse begrippen – weer een supergroep. Met hen hebben we Blackout 1 opgenomen.”
Het mocht wat kosten, want Gert Jan en Jerry, die de plaat ook produceerden waren nog niet tevreden, waarop ze ‘m mochten remixen op Ibiza. “Wij naar een vreselijk dure studio, maar toen ie af was konden we er niet mee terug. We hadden als ons geld opgezopen. Toen hebben ze twee tickets geregeld en de hotelrekeningen betaald. Ze vonden ‘m hartstikke goed, maar het had hen bakken met geld gekost.”
Blaast de pop op!
Toen CNR besloot de plaat uit te brengen, was het weer champagne en werd Frits Hirschland gebeld om ons te managen. “We lanceerden de plaat onder de slogan Blackout blaast de pop op!, waarvoor Govert de Roos de foto’s maakte. Met hem heb ik ook de hoes ontworpen.”

De mannen hadden – letterlijk – een spetterende plaatpresentatie met die stunt van Frits, die het zwembad inreed. Jerry had de marketing weer tip-top voor elkaar.
“Met Gert Jan, Peter, Leo en Peter Paul IJkelenstam, die sessiedrummer Arno verving, deden we de promoties en traden we op.” David Hollestelle was halverwege de opnames al niet meer bij de band, want hij was weggekaapt door Herman Brood.
De Hollestelle deal
Terwijl hij een schilderij van Brood uit zijn slaapkamer haalt: “De opname voor Blackout was David’s eerste betaalde klus. Hij had de eerste helft van de elpee ingespeeld en het ging fantastisch. Tot het moment dat ik Herman Brood tegenkwam in Hilton club Juliana. Hij liet me de fl. 1.000,- gulden in z’n zak zien en stelde voor het op een zuipen te zetten. Toen ik vroeg waarom, biechtte hij op dat hij slecht nieuws voor me had. Ik heb jouw gitarist gepikt voor de Wild Romance. Dat vond ik geen stijl natuurlijk, maar ik was zo wijs om een andere deal voor te stellen. Ik wil een werk van jou!“
“Ik was heel trots op Blackout. De elpee lag overal, werd flink gepromoot, o.a. met de single Little Girls en Obscure Disco én zelfs in Italië en Canada uitgebracht.”
De mannen van Blackout voelden momentum en gingen snel de studio in voor een tweede album en oefenden zelfs al voor een derde plaat. “Maar omdat het platenlabel het geld van de eerste plaat niet had terugverdiend, wilden ze slechts een single uitbrengen. Ik werd daar flink pissig om, waarop ik het contract met CNR verbroken heb. We hebben de single Luxury Tears wel uitgebracht, maar bij Dureco en onder het pseudoniem Kimono.”
Het ontstaan van Moscow Tops
“Meer dan een artiest die wil optreden, ben ik een schrijver. Daar leef ik van. Dus toen ik geen perspectief meer zag in Blackout, begon ik een nieuw project.
Het was in die periode dat ik optredens van Japan bezocht: de band van David Sylvian. Ik analyseerde hun songstructuren, evenals die van Joy Division. Zo ontstond een nieuwe creatie in mijn hoofd en m’n nieuwste band, Moscow Tops, moest ook zoiets anders zijn. Ik noemde het modern pop music. Het was mijn eerste intelligente band en ging er helemaal voor.”
De naam van de band komt van Studio Moskou: een studio in Utrecht, waar Jerry veel producties opneemt met “super geluidstechnicus” Silvia Vermeulen: een goede vriendin van hem. “Gewoon een lekker klinkende naam!”
Dirigent Jerry
Behalve bassist Leo, die ook speelde in Blackout en Kimono, was het een band met nieuwe namen. “Jaap Blok op drums. Ad Bosters, gitaar. En op sax Ed Zirkzee; ook wel Ed Kroket genoemd. Allen goeie twintigers en een vriendengroep. We zaten ook samen in de kroeg.”
“Leo werkte bij de Bezige Bij. Aad was freelance muzikant en speelde af en toe dus ook in andere bandjes. Japie Blok studeerde nog. Ik weet niet wat. Ed was professioneel muzikant. Dat betekende in die tijd trouwens dat je voor de helft in de uitkering zat en je optredens moest opgeven. Hij was een goede vriend van Leo, maar een vreemde snuiter. Dan zag ie het weer wél zitten, dan weer niet. Waarna er weer drie maanden geluld moest worden alvorens hij terug was met z’n saxofoon. Ed was een soort vijfde lid, zoals Ian Stewart dat was voor de Rolling Stones.”

Ad Bosters, Jerry Turner, Leo Loww, Jaap Blok en Ed Zirkzee
“Ik was de zanger en speelde af en toe gitaar mee, maar ik had ook een minimoog: een synthesizer met tiptoetsen. Heel modern in de tijd. Klein, maar je kon er geweldige geluiden uit halen.”
De liedjes die Jerry schreef waren zoals gezegd geïnspireerd door Japan en Joy Division en als een heuse projectleider dirigeerde hij de andere bandleden richting die muziek.
The Sound Of Young Amsterdam
Jerry tikt op de tafel: “Ik wees drummer Japie Blok op de drumpatronen van Joy Division. Leo liet ik luisteren naar de bassist van New Order. Die speelde met van die hoge tonen; alsof ie een solo speelt. Ed had een eigen geluid, maar toch lukte het me om hem in de richting van de Roxy Music sound te sturen. Met veel echo op saxofoon. Ad Bosters kon van zichzelf al hele weirde dingen spelen, met veel flanging. Zijn inspiratie was Adrian Belew.” De stem van Jerry, opgegroeid met Mick Jagger, is juist meer ingetogen dan anders. “Ook ik probeerde een andere, meer kunstzinnige, sound te neer te zetten.”
“We hadden onze eigen apparatuur en oefenden in de Flowerbox. In Aalsmeer. Dat was een loods, waar we tussen de bloemetjes repeteerden. Regelmatig namen we onze muziek op. Meestal op de 4-sporen recorder van Ed, maar soms gingen we de studio in.” Zoals in juni 1982, toen ze zes nummers opnamen in de Amsterdamse Conrad Studio. In totaal heb ik in Jerry’s omvangrijke archief zeker acht Moscow Tops cassettes gevonden.
De droom van Moscow Tops
Ook met Moscow Tops had Jerry als doel om op te treden en een plaat uit te brengen. Enigszins teleurgesteld: “Maar in de loop der jaren werd het steeds moeilijker om een platencontract te krijgen. Voor de draaiorgelmuziek van Holland Disco stonden ze in de rij en kreeg ik waanzinnige voorschotten, maar dit hoefden ze niet. Die plaat werd dus een cassette.”
Dan weer trots: “Maar wij waren de eerste die een échte cassette uitbrachten en ik tekende elk hoesje apart om het nog exclusiever te maken. Ik noemde het The Sound of Young Amsterdam. We verkochten ze bij concerten of verspreidden ze als promo.”

Willem van Kooten
Hoe dat ging in de praktijk? Jerry: “Ik werkte exclusief voor Willem van Kooten (Red Bullet) en elke keer als ik weer iets had gemaakt, ging ik met Frank in z’n oude Lada naar de villa van Willem in Hilversum toe. Dan kwam ik binnen met mijn cassettebandje, begroette hij me met “Put”, stopte de tape in z’n deck en zette een dikke sigaar aan zijn mond. Dan liep ie heen en weer en keek wat naar buiten. Het was net een talentenjacht. Na 30 seconden was hij al redelijk gevorderd. Met Moscow Tops was het na 45 seconden: Geen hits. Volgende keer beter!“
Vier jaar eerder ging dat anders. “Toen ik Melody opzette, dan zag ik het al aan zijn reactie. Ging ie het terugspoelen en nog een keer afspelen. Bij de tweede keer: Verkocht. Ga het contract maar tekenen. Zo deed ie dat dat. In 5-6 minuten.
In dezelfde periode als Moscow Tops mocht Jerry op kosten van Willem nog wel het solonummer TV Set opnemen. Met Arnold van Dongen en zelfs met een echte videoclip. Maar ook dat werd uiteindelijk te licht bevonden. “Geen emotie in zijn gezicht. Hij speelde ‘m nog een keer af. Ik weet het niet, Put. Te modern. Te progressief. Ik ga d’r over nadenken. Toen is in zijn productieteam besloten het niet uit te brengen. Ik was van de kaart. We hebben nog wel 25 cassettes van het nummer via Concerto uitgebracht als cassette. Net als de cassette van Moscow Tops als independent. Dat woord kwam toen voor het eerst voor. En die zijn nu goud waard; ik heb hem zelf niet eens meer.
Terug naar Moscow Tops: “Maar nou moet ik ook eerlijk zeggen. Moscow Tops was eigenlijk ook niet bedoeld als een commercieel project. En Van Kooten wou alleen maar commerciële dingen. Onze kunstzinnige muziek was niet zo populair bij platenmaatschappijen.”
Het hoogtepunt van Moscow Tops
“We hebben heel veel gerepeteerd, opgenomen en ook heel veel fun gehad. Vaak gespeeld ook, natuurlijk. In bruine kroegjes door heel Amsterdam. En ja: we hadden altijd fans. Omdat we d’r toch wel redelijk goed uitzagen… in die tijd. We hadden zelfs een telefoonkring. Want we zeiden altijd tegen mensen: Geef je nummer maar. Traden we in de buurt op, dan kregen ze een berichtje: We spelen daar en daar.”
Ze spelen gemiddeld twee keer per maand. Jerry: “Je kunt het vergelijken met de Velvet Underground: met leuke mensen goede muziek maken. Voor een vaste crew. Het was ook altijd vrij exclusief wat we deden. Het was niet zo dat we overal speelden. We kozen hele leuke locaties uit. En daar speelden we dan gewoon.”
“Het was een tijd van échte rock-‘n-roll. Een artistieke periode ook. Met veel optredens. Het was als verliefd zijn!”
“Maar het échte hoogtepunt was het optreden in De Sneeuwbal. In Heemstede. Dat was in het voorprogramma van (Freek de Jonge’s) Neerlands Hoop in Bange Dagen (Dat zal Bram Vermeulen en de Toekomst geweest zijn, red). Op 12 februari 1983. Dat was ons grootste optreden. In een enorme theaterzaal! Fantastisch zo na het kroeggebeuren.”

En toen, na Moscow Tops?
“Ik heb ontiegelijk veel plezier beleefd aan het project Moscow Tops; er artistieke voldoening aan overgehouden. Ik vind de nummers ook erg goed. Sta d’r ook nog steeds achter. Maar ik moest weer iets commercieels gaan doen. Weet je. Ik moet ervan leven. Er moest geld in het laatje komen.
Na het hoogtepunt in De Sneeuwbal konden we ook niet meer terug naar de kroegjes voor honderd gulden en een krat bier, weet je wel? Het was niet goed genoeg voor platen of bij elkaar te blijven. Toen hebben we gezamenlijk besloten om te stoppen.”
“We hebben misschien 50 cassettes verkocht.”
De rest van de jaren ’80
Wat volgt richting het einde van de jaren ’80 zijn vele bandjes. Altijd met bassist Leo en regelmatig ook met saxofonist Ed. Bombay Rains (1984), 16 Orange Beats (1985), Gold From Nowhere (1986, 1987), Romeo Flowers (1988), Orange Beats (1989). Ik heb stapels cassettes gedigitaliseerd.
“Heel veel repeteren, opnemen en optreden. Je krijgt namelijk ook auteursrechten als je optreedt. Wist je dat? En die dingen die ik daarvoor gedaan had … de Stemra inkomsten bleven allemaal doorlopen. Maar het aan de man brengen. Als in een platencontract? We hebben vooral veel lol gehad, maar dát ging niet meer.”

Star & Star Producties
“De jaren ’80 was een hele leuke periode. Eén creatief hoogtepunt. Ik heb minimaal honderd nummers gemaakt waar ook nú nog heel veel mensen plezier van hebben. Maar ik werd een dagje ouder en moest weer geld verdienen.”
Jerry gaat weer schrijven voor Frank Riesenbeck. Het team noemt zich Star & Star Producties. “Super commercieel”. Doelgroep? “Daisy Dynamite, Ronny Tober, Henny Huisman. Excentrieke mensen.”
Zoals ook de Christmas Twins. “Dat waren twee zwartvoetindianen, die in de Utrechtsedwarsstraat een breiwinkeltje hadden. Twee homo-jongens; en nog tweeling ook! Met hen hebben we een kerstnummer uitgebracht. Die jongen van Doe Maar, die bassist…” Henny Vrienten? “Ja: die. Die deed ook mee, want die kwam daar altijd.”
Twee jaar na Dance Around The X-mas Tree zit Jerry met Buma/Stemra-vertegenwoordiger Tony Eyk, tegenover een leger aan advocaten, die Frank Farian had ingevlogen naar Amsterdam. Reden? De plagiaatzaak die Jerry had aangespannen tegen Frank’s Milli Vanilli. Zij hadden net een wereldhit gescoord met Girl, I’m Gonna Miss You. Luister maar eens om vast te stellen dat het recht niet altijd zegeviert. Jerry schuurt andermaal tegen stardom aan.
The Propagator
“Een van de laatste vinyl-dingen die ik gedaan heb, was House of Dracula, onder de naam The Propagator. Willem van Kooten zette die muziek op. Stond maar wat te staan en wist niet wat ie d’r mee moest. Dat moet ik aan mijn zoon vragen. Want het was house en had niks met pop te maken; dat begreep ie niet. De volgende dag belde hij op: Mijn zoon vind het geweldig; we gaan het uitbrengen!“
“Dat was best wel een goed succes. Het is op 7″, 12″ maxi-single én op dance-cd gezet. Ik spreek nog DJ’s die er stukken van in hun draaishow gebruiken.”
Vanaf de jaren ’90
Maar ook aan de producties komen een eind. “Ik was het zat! Ik moest mijn energie kwijt en ben weer bandjes gaan doen.” Jerry gaat terug naar z’n roots: de beat en Mick Jagger.
“De Beat Cowboys was een echte kroegband. We hebben enorm veel opgetreden.” Lachend: “We hebben zelfs in het voorprogramma van Dries Roelvink gestaan. Als een stuk ongeduld sprong hij heftig zwaaiend het podium op om ons al na twee nummers van het podium te sturen.” Jerry kan nog iets anders bijschrijven op zijn lange lijst van wapenfeiten: “Er is toen ook een beat documentaire over ons gemaakt.”
Jerry ontmoet eind jaren ’90 Coen van Lint. “Een hele goede gitarist, die in de latere fase van mijn leven een belangrijke rol heeft gespeeld. Hij kwam bij de Beat Cowboys spelen en later, met de Dandelions, hebben we ook nog een cd in eigen beheer uitgebracht, die prima verkocht bij optredens.”

The Dam
Een andere ontmoeting zorgt voor een artistiek hoogtepunt. “Ik speelde met m’n band in Maloe Melo en wie kom ik daar tegen? Ron Splinter van de Outsiders. We werden vrienden en gingen samen schrijven. Echt tof! Want hoewel we in de sixties een soort van rivalen waren, was hij toch echt wel een held voor mij.”
De vriendschap leidt tot de oprichting van The Dam en al snel tot een eerste optreden. Als Wally Tax plotseling en berooid overlijdt, wordt een benefietconcert georganiseerd om geld bijeen te brengen voor zijn uitvaart. Op 17 april 2005 staan Armand, Huub van der Lubbe, Thé Lau, Richard Jansen en vele anderen met Jerry en The Dam op de planken van de Paradiso voor een groot publiek. Jerry zingt vijf nummers, drie met The Dam, en vlak voordat de Paradiso leegloopt sluiten Jerry en de Outsiders de muzikale dienst af met Thinking about today. De optredens zijn via deze link te downloaden.
Er worden opnames gemaakt in Studio Moskou en die worden in 2006 op een échte plaat uitgebracht: Beautiful Trash. Jerry’s tweede elpee en de pers is er laaiend enthousiast over. Een bloemlezing.
Beautiful Thrash
“The legendary Ron Splinter found a new partner in crime, singer-songwriter Jerry Turner and recruited Jim Pacobs, Fate Pete (both know for the mighty Skidmarks) and Ruud van Meerlant. Their roots may lie in the sixties but their songs, their playing and production are in the here and now… Long Live The Dam.. They will blow you away!!! (…) De mannen die nu The Dam vormen, speelden in een vorig leven in allerlei bandjes, en hebben vele jaren in een weckpotje de authentieke sound van de nederbeat bewaard (…) Het staat op dit debuut van de band rond Ron Splinter, ooit gitarist van The Outsiders, en zanger Jerry Turner. Ontroerend dat zij na veertig jaar nog dezelfde muziek spelen”
“Het is een verrassing om gitarist Ron Splinter ouderwets van leer te horen trekken in zijn nieuwe groep The Dam, uit, hoe kan het anders, Amsterdam (…) Beautiful Trash klinkt bijna veertig jaar na dato nog precies zoals je je The Outsiders herinnert uit je vaders platencollectie. Het is een merkwaardige ervaring om het hoofd te schudden op liedjes die nostalgisch klinken, zonder dat je van het verleden dat hier wordt herbeleefd ook maar een seconde hebt meegemaakt (…) Beautiful Trash is van A tot Z boeiend en overtuigend.”

The Dam speelt een tweede maal in Paradiso. Dit keer met de plaatpresentatie als aanleiding en in een uitverkochte bovenzaal. Jerry: “De cd’s vlogen weg en zijn nu collector items tot in Amerika.” Het is één van de mooiste momenten in Jerry’s carrière, dat op dat moment al veertig jaar beslaat. De band toert, speelt nog voor de Hells Angels “in hun eigen clubhuis” en er worden voorprogramma’s ‘gedaan’ voor o.a. Cuby + the Blizzards en The Yardbirds.
Een tweede plaat zit er niet in, want Ron Splinter wordt ziek en overlijdt mei 2013 aan de gevolgen van slokdarmkanker. Dan is het ook over met Jerry’s vijfentwintigste bandje.
De Nederlandse Mick Jagger
The Dam speelde enkel eigen werk. De Guild gitaar van Ron en Jerry’s stem met onvervalst Mokums accent… het klinkt alsof ze zijn opgenomen in de sixties. Daar ligt toch echt z’n hart.
Met zijn ‘nieuwste’ band The Catstones speelt Jerry daarentegen enkel nog maar covers. Vooral oud werk van The Rolling Stones: de band waarmee het allemaal begon. De soundtrack van zijn leven.
Jerry reflecteert: “The Catstones is mijn eerste coverbandje en tevens m’n langstlopende band. Al bijna twintig jaar. Als er geen geld is om met de band te komen, dan treed ik solo op. Door de veranderende muziekbusiness en maatschappij is dat nu mijn leven geworden. Maar als ik optreed, en mensen doen hun ogen dicht, geef ik ze het idee écht voor de Rolling Stones te staan.”
De Nederlandse Mick Jagger is inmiddels een bekende verschijning in Amsterdam. Jerry: “Ze kennen me allemaal. Hé. Daar heb je Jerry Jagger weer! Moet je ook op vandaag? Iedereen zingt zijn hitjes, maar als ik Satisfaction inzet, gaat iedereen uit z’n dak. Hè, hè denken ze dan.”
En hoewel hij nu dus vooral hits van anderen zingt en wat minder in de spotlights staat, schudt Jerry nog steeds de anekdotes uit de mouw. Over die keer dat hij door Bill Wyman backstage werd uitgenodigd. De leuke optredens met David Hollestelle. Dat optreden bij Jan Timman thuis. “Wat waren we lam; we konden niet meer spelen. Maar wel een succes; hij was blij en heeft vervolgens mijn zoon nog leren schaken.”
Hoi, Mick. Hi, Jerry
Of wat te denken van zijn tweede ontmoeting met Mick: “Terwijl alle fans bij de hoofdingang vóór het Amstel Hotel te wachten stonden, was ik met mijn vriendin Paulien naar de auto geslopen, die aan de zijkant bij de bevoorrading geparkeerd stond. Toen Mick Jagger – tot m’n stomme verbazing – naar buiten kwam en de bodyguard zich aan verkeerd kant van de auto positioneerde, greep ik mijn kans en liep naar hem toe. Mick draaide zijn raampje naar beneden en groette mij met Hi! Het raam ging weer omhoog toen Pauline om een foto vroeg. No pictures!
Vondelpark Monkeys
Best wel onverwachts verschijnt in 2016 weer een nieuwe plaat. De Vondelpark Monkeys heet de nieuwe band met Coen. “De muziek is lekker vreemde Velvet-pop. Ik schilderde de hoes en we hebben ‘m zelf – independent – uitgebracht.”

Jerry TurnerX
Ik weet zeker dat de bijzondere loopbaan van Jerry Turner niet eindigt bij het vertolken van z’n oude jeugdidool en het opwarmen van de vele sterke verhalen. Jerry heeft namelijk nog iets te vertellen. “Till the end” vertrouwt hij me toe. Zo wordt dit jaar weer een EP met nieuwe nummers opgenomen. “In Studio Moskou natuurlijk”.
Maar meer nog dan via muziek gebruikt hij tegenwoordig schilderijen om z’n creativiteit kwijt te kunnen. “Net als Herman Brood dat deed.”
“Hij werkt met Revlon nagellak waardoor er een inspiratie-volle geur vrijkomt. De vreemde wendingen van de nagellak prikkelen de fantasie“
Jerry besluit: “Het houdt een keer op natuurlijk, dat spelen met bands. Als zanger-componist ben je vaak de leider en dat is niet altijd makkelijk. Ik heb het zo lang volgehouden omdat ik mijn creatieve vrijheid nooit opgegeven heb.” Hoe het staartje van zijn muzikale loopbaan eruit gaat zien? “Ik weet het niet. Veel van wat ik doe eindigt in wat ik Beautiful Trash noem; een mooie rotzooi.”
Tevreden: “Ik zou niet weten wat ik anders had willen doen.”
Revival
Ik wil mijn verhaal over Jerry Turners Moscow Tops graag eindigen met één van zijn mooiste nummers. Het gaat over de memories van een poor old clown, een old men in town. We zijn vaak geneigd om het te vergeten… de muziekgeschiedenis die achter ons ligt. Maar ik hoop serieus op een soort Jerry Turner revival. Er liggen nog zoveel goede liedjes in zijn archief; ze verdienen het om door jonge beatbandjes te worden opgenomen. Of wat te denken van een greatest hits? Jerry heeft de tracklist al gemaakt.
De muziek van Moscow Tops is nu voor het eerst officieel uitgebracht! Zo goed mogelijk geremastered, mét een hardcopy magazine (56 A6-pagina’s), digitale downloads én tien bonustracks (Moscow Tops live in De Sneeuwbal). Voor slechts € 7,50 te bestellen via diggindemos@gmail.com. De cassettes zijn genummerd en gelimiteerd, dus wees er snel bij!

De muziek en kunst van Jerry Turner is te beluisteren en te bekijken op z’n website Monkey In The Vondelpark. Ook zijn YouTube-kanaal is interessante kost.
Marco van Dalfsen wou archeoloog worden, maar dat liep allemaal wat anders. Lees hier meer over de drijfveren van de schrijver van het verhaal over Jerry Turner en Moscow Tops of volg Diggin’ Demos op Facebook.
Heb jij thuis demo’s(1), die liggen te verstoffen en waar je niets meer mee doet? Of heb je zelf een demo gemaakt? Je kunt ze doneren of verkopen aan het demoarchief. Ik zal ervoor zorgen dat jouw demotapes goed worden bewaard en hun verdiende plekje krijgen in de muziekgeschiedenis.
Geef een reactie