Pas tijdens het schrijven van dit artikel kom ik erachter dat ik Niels Duffhues ooit heb zien optreden. Exact vijfentwintig jaar geleden.
Het is 7 januari 1994. Ik bezoek met mijn vrienden vanuit Groningen voor het eerst Paradiso, Amsterdam voor de Dutch Deathmetal Night. Ik kwam daar voor afsluiter Gorefest, wiens plaat False een jaar lang onafgebroken gedraaid is in onze studentenflat. Als de band opkomt is het eerste dat zanger Jan Chris de Koeijer de zaal in schreeuwt: “En dan nú échte metal!” Paradiso ontploft.
Voor Gorefest trad The Gathering op. De band die vrij snel zal uitgroeien tot één van mijn favoriete bands. Blijkbaar was The Gathering geen echt metal (meer). Ik kan me het concert niet meer herinneren, maar – in tegenstelling tot wat ik dacht – heb ik de meest verguisde line-up van The Gathering – met Niels Duffhues als nieuwe zanger – dus wel degelijk gezien!
Bierdouche
Hans Rutten (The Gathering) omschrijft deze tijd en het specifieke concert op Facebook: “A very interesting era. It shaped us very much. Difficult gigs! It was very strange to play Paradiso (in 1993) during Always… in front of an enthusiastic audience, and one year later we got a big beer shower. People were not amused and threw liters of beer from the balcony in Franks keyboard.” Ook Niels “ziet het bier nog vliegen vanaf het balkon”.
Een nieuwe koers, een nieuwe zanger. Fans hebben het er vaak maar moeilijk mee, maar voor mij is het altijd de aantrekkingskracht van bands; dat ze zich blijven door ontwikkelen. Ik spreek met Niels in ’s Hertogenbosch natuurlijk over de ¾ jaar dat hij bij The Gathering zong, maar ben vooral benieuwd naar zijn eigen ontwikkeling als muzikant en zijn verschillende koersen. Ook Niels is zo’n intrigerende artiest die continue bezig is met grenzen verleggen. Niels’ pad past bij “het ongrijpbare kunsttalent dat zich niet laat inkaderen”, zoals een recensent hem dit jaar zo mooi omschreef.
Luister naar de muziek en lees meer over Niels Duffhues in zijn vele muzikale gedaantes. Kennen jullie de artiest? Wat vinden jullie van de muziek? Wat is zijn plek in de Nederlandse muziekgeschiedenis? Laat het me weten!
Dit is mijn demotape van Niels Duffhues. Als je op play klikt kun je tijdens het lezen luisteren naar de muziek. Onderaan dit artikel is ook nog een luisterlink geplaatst.
Niels wordt geboren op maandag 8 januari 1973. In Oss en als Johannes Cornelus Duffhuës, met een trema op de e. Ik spreek Niels op z’n 45ste. In zijn huis in Den Bosch.
Geen hobby, maar ambitie
Niels: “Op m’n 14e kocht ik een basgitaar, want ik had een vriendje met een gitaar en een ander vriendje, die graag wilde schreeuwen. Dan hebben we een band! Ik was heel erg bezig met punkmuziek en vooral het idee erachter dat je met heel weinig middelen wel je urgentie kunt vormgeven. We speelden wat covers (van o.a. The Exploited), maar ik begon ook meteen liedjes te schrijven.”
“Dat deden we bij ons thuis; achterin de garage en ik zorgde er ook voor dat we konden opnemen op cassette. Ik ontwierp hoesjes, kopieerde die bij de Albert Heijn in de stad, knipte alles weer uit, dubde de bandjes en zorgde voor de verspreiding en verkoop. Ook zocht ik optredens voor ons. Op school en in cafeetjes. Het is dus nooit zo geweest dat ik zaken op z’n beloop liet gaan. Ik kijk wel wat er gebeurt! Nee: d’r is altijd al een soort ambitie geweest.”
Tussen 1988 en 1994 speelt Niels in Saniba, Bamimani, Doin’ It Manual, Indian Attack Service en Meavy Hetal waarvan het hoesje van de demo Demon nog bewaard is gebleven.
Boegies
Niels’ ambitie leidt hem op z’n zeventiende naar Groningen. Piepke is gestopt bij de Boegies en ze zoeken een nieuwe zanger. “Ik was een groot liefhebber van die band en reageerde op hun vacature. Op mijn brief wordt gereageerd: of ik naar Groningen wil komen. Voor auditie in Simplon.”
“Dus ik daarnaartoe. Een paar nummers meegespeeld. En dat was heel indrukwekkend voor mij, want die jongens konden ècht spelen! Ze hadden ook echte spullen, weet je wel? In die tijd waren dat Maak (Mark Tilstra), die lange bassist Moart’n (Maarten Bruinings) en drummer Dougel (Hein Douglas), en ja: ik. Een half uur later stond ik weer buiten; dat was het. Die jongens waren natuurlijk veel ouder dan ik en schrokken van mijn jonge leeftijd.
Jaren later, toen ik als twintiger werkte als één van de programmeurs bij poppodium Willem II, kom ik Maak weer tegen. Met Dandruff!! Ik vertelde hem: Ik was toen die jongen! Dat vond hij heel grappig, want hij had het wel onthouden.”
“Ik denk niet dat ik een goed beeld had, van wat ik kon.”
Niels Duffhues in The Gathering
“Toen ik 20 was werd ik gevraagd om te zingen bij The Gathering. Ook daarvoor moest ik trouwens naar Groningen komen. De band had hun nieuwe plaat (Almost A Dance) namelijk al in pre-productie. In Studio Spitsbergen, met producer Tom Holkenborg. Ik moest meteen wat nummers inzingen.” Toen dat klikte schreef Niels snel meer teksten, zelfs een extra nummer voor op de plaat en werden de finale opnames in september 1993 afgerond.
“Hoe ze bij mij kwamen? De mannen van The Gathering komen ook uit Oss en we zaten allemaal in hetzelfde café. Ik was zanger-gitarist in een vrij harde rockband (ik meen Doin’ It Manual), waar we best veel mee optraden. Na afloop van een optreden op een festival in de buurt, Lithoijen ofzo, kwamen ze naar mij toe met de vraag.” Dat zal juli/ augustus 1993 zijn geweest.
De plaat die uitkomt wordt op z’n zachtst gezegd nogal gemengd ontvangen door de metal community. “Almost A Dance saw the departure of singer Marike Groot as well as “growling” vocalist Bart Smits, replaced primarily by Niels Duffhues, whose punkish tone was decidedly out of step with the music.”
Schizofrene recensies
Niels: “Ik vond de commotie als punker wel grappig; alleen de rest van de band niet zo. Zij hadden net een hele hoop bereikt met hun vorige plaat Always… en kregen opeens op hun flikker van de pers, die ze eerst als nieuwe metal-goden had onthaald.”
“De metal scene lag overhoop vanwege één album. Aardschok plaatste zelfs twee recensies, zo gespleten waren de reacties.” In dit stuk van File Under Sympho uit 1998 wordt die periode gedetailleerd beschreven. Veel pijlen worden op Niels’ zang gericht met soms de nuance dat hij ook geen tijd kreeg om zich de nummers eigen te maken.
Drummer Hans Rutten van The Gathering via Messenger: “Wij waren fan van Niels’ mooie, lage zangstem. Helaas werkte dat niet met onze muziek op Almost A Dance. We hadden te weinig pre-productie gedaan en ‘gewoon’ een plaat opgenomen met Tom Holkenborg. We dachten dat het wel goed zou komen in de studio, maar dat was een fout. Door onervarenheid als band, vrees ik.”
Niels over de plaat: “Kijk, ik wist niet waar ik mee bezig was. Voor mij was alles nieuw. Ik kende de band wel een beetje, maar de jongens eigenlijk helemaal niet goed. Ik denk dat zij ergens naar toe wilden, maar dat nog niet helder voor ogen hadden. En dat ze ongeduldig waren vanwege het opnameproces waar ze al inzaten. Misschien had iemand als Tom Holkenborg in moeten grijpen.”
Boze metalheads
“En die tour liep ook niet echt denderend. Mensen zeggen weleens dat er naar mij gespuugd is. Maar daar herinner ik me niets van. Ik kan me wel de boze metalheads herinneren. Maar dat deed me niet zoveel.”
In het Limburgs Dagblad van 15 december 1993 wordt nieuwe zanger Niels aangekondigd als ‘veelzijdiger’. Lachend: “Veelzijdig. Dat zeggen ze nog steeds over mij!”
Er is een volledige concertregistratie uit Heerenveen (10 december 1993) bewaard gebleven en hieronder te zien. Fantastische beelden van The Gathering met een zanger, die meer als Mike Patton dan als Niels klinkt.
Na negen maanden is Niels’ rol bij The Gathering over en uit. “De band had een cruciaal album gemaakt, maar niet op zo’n verdeeldheid gerekend. Niemand was blij met de situatie. Dus toen werd ik ontslagen. Nou ja: ontslagen? Ik kreeg een telefoontje van een journalist en die vroeg wat ik er nou eigenlijk van vond dat ik uit de band was. Maar ik wist dat nog niet. Dus die jongens hadden zichzelf een beetje voorbijgepraat.”
Solo. Als singer-songwriter
Niels blijft eigen muziek maken en opnemen. Solo, als singer-songwriter en in lijn van Nobody Dares: het akoestische nummer van hem dat op Almost A Dance moederziel alleen tussen de symfonische doom metal staat.
“Ik heb het vermoeden dat mijn eerste demotape in 1996 is uitgebracht, want pas op mijn 23ste trad ik voor het eerst solo op. Optreden vond ik reuze spannend. Eng en zenuwslopend. En ik denk dat de rode demo die jij hebt, die eerste was. Hij zal trouwens in verschillende kleuren zijn uitgebracht.”
Zelf vind ik Diogenes en het dylanesque The Mirror erg mooi! Dat laatste nummer kun je horen door op bovenstaande video te klikken.
Niels maakt dat jaar meerdere demotapes, waarvan er ook één bij FRET magazine besproken wordt. Uit de rubriek Demontage: “Niels Duffhues speelde een afwisselende tape vol. Je hoort akoestische gitaarliedjes, een eenmansband-jam, een liedje begeleid door elektronische gitaar en een akoestische gitaarimprovisatie. Het is helaas te ernstig en te afstandelijk uitgevoerd om te kunnen boeien.”
De droom van Niels Duffhues
“Ik had wel een idee, een droom om ‘verder te komen’ met mijn muziek. De typische jonge muzikantendroom: veel optreden, opgepikt worden en een langspeelplaat!”
Niels trekt snel de aandacht van een publisher, maar dat levert uiteindelijk niets op. Wel wordt in 1997 meer opgetreden. Onder andere op één podium met Scram C Baby en Claw Boys Claw. En de recensies in FRET worden beter: “Troubadour Niels Duffhuës gaat onverstoorbaar door. Vier nummers deze keer op de ik weet niet hoeveelste demo die we van hem hebben gekregen. Het is moeilijk geen sympathie te hebben voor deze harde werker die dapper in zijn eentje, soms slechts begeleid door eenvoudige sambaballen, in een iets te opvallend NL-accent z’n ding doet. In Spiritual Man kan hij niet overtuigen als Nick Cave ten tijde van The Firstborn Is Dead. Op z’n best klinkt Duffhuës in het sfeervolle Almarham waarin hij de passie van Nick Drake weet te benaderen.”
Niels is zoals gezegd ambitieus, maar geen carrièreplanner. “Ik heb mijn leven altijd vanuit een inhoudelijke urgentie willen vormgeven. Een andere knop zit er niet op, bij mij.”
Leven voor het toeval
“Toen hadden we het nog niet over marketing. Je had wel talentontwikkelingstrajecten, maar geluk of toeval waren ingebakken. Een groot verschil met nu. Toeval mag niet meer bestaan.”
“Ik ben daarentegen altijd een romantisch type geweest. Toeval, geluk; daar leefde ik voor.
“Natuurlijk ontdekte ik ook hoe de muziekindustrie werkt. Zo ging ik bijvoorbeeld naar Brabant Pop, een soort koepelorganisatie, die avonden organiseerde, waarbij telkens dezelfde man – Fer Abrahams – kwam vertellen hoe ‘het werkt’: liedjes schrijven, opnemen, demo’s uitbrengen, momentum creëren, waaraan je weer wat kunt hangen. En doorgaan.”
“Er was veel kleinschaligheid in die tijd. Kleine zalen, jongerencentra, pers die demo’s recenseerde. En ook ik benaderde die allemaal om er zoveel mogelijk uit te slepen. Dat was voor het internet. Het lijkt net of we het over iets hebben van voor de oorlog :-)”
Niels heeft blijkbaar goed opgelet, want Stichting Brabant Pop selecteert in 1997 drie nummers van Niels voor hun derde Bijna Boven! promotie-cd, met daarop ook 7 Zuma 7 en Götterdämmerung. Het jaar erop brengt Niels een mini-album in eigen beheer uit en wordt hij gevraagd voor een uitwisselingsproject tussen Brabant Pop en Cira, een koepelorganisatie in Auvergne, Frankrijk.
Het hoogtepunt voor Niels Duffhues
Niels vindt dit echt één van de hoogtepunten in zijn muzikale leven. “Ze stuurden mij daar tien dagen naartoe, met allerlei optredens. Een heel bijzonder ervaring, die diepe indruk op me heeft gemaakt. In Frankrijk is het heel anders geregeld. Heel inefficiënt; alles hangt met plakband aan elkaar. Dan kom je erachter dat bij ons alles heel goed geregeld is. Hier heb je een zaal met een PA en mensen die er dag en nacht mee bezig zijn.”
Vanaf dat moment explodeert de creativiteit van Niels, gaat hij meer experimenteren en lopen er continu meerdere lijntjes naast elkaar. Als drummer bij U-Charger, live muzikant bij Blimey! en – voor mij persoonlijk een hoogtepunt – als gitarist, toetsenist en zanger bij Enos!
Enos
In het najaar van 1998 wordt Enos opgericht. Buiten Duffhues bestaat de groep uit Ivo Cooijmans en Born Stuyven, die daarvoor in Thunderin’ Hearts hebben gespeeld.
“Met twee vrienden van mij creëerden we een soort sound, die blijkbaar origineel was, want die band werd echt heel snel opgepikt door het clubcircuit. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Al voordat er een plaat uit was! Het idee van twee zangers, daar waren mensen ook heel erg door verrast. Ik speelde geen bas, maar een gedowntunede gitaar; twee hele tonen lager. Enos werd vergeleken met Motorpsycho en dEUS. Alternatieve rock. Gruizig.”
“Met Enos hebben we heel veel gedaan in een korte tijd. Natuurlijk eerst een demo uitgebracht en toen de plaat Tremolo (in april 2000).” Niels doet de productie van de cd en het ontwerp van het artwork. Eigenlijk net zoals hij op z’n 14e ook al de boel organiseerde.
Wat een fantastische plaat! Ik durf bijna het woord ‘klassieker’ te gebruiken; iets waar Bas Ickenroth op Kindamuzik ook naar hint: “A great Dutch band, unfortunately defunkt now (…) ‘Tremolo’ is quite a difficult album, but, as always, these prove to be the best albums in the end. If they leave the straight-forward rock format behind and decide to focus more on their ‘deeper’ side, the next album could be a real classic. Mark my words.”
Maar tot een tweede plaat komt het niet. “Waarom het in 2001 afgelopen was? De koek was op. Born wilde meer de popkant op en daar had ik helemaal geen zin in. En Ivo werd (en is nog steeds) programmeur bij de Willem II. Enos is een soort cultding geworden. En ik? Ik ben weer doorgegaan.”
Multidisciplinair werken
“Met Enos hebben we ook nog drie artistieke projecten gedaan: één met theater en twee met film. Maar dan wel met dat enorme, volle, snoeiharde geluid.” In Fret Magazine vertelt Niels daarover: “Beeldende kunst, videokunst, theater en onze muziek: het moet allemaal in elkaar overlopen. Het is leuk om voor zulke dingen gevraagd te worden. Je verlegt je grenzen weer!”
Eigenlijk begon het al voor Enos. Al vanaf zijn 19e programmeert Niels bandjes in de Willem II; voornamelijk festivals voor jonge talenten. En op z’n 23ste wordt hij betaalde kracht, als assistent programmeur Bijzondere Projecten. In die tijd wordt zijn interesse in artistieke verbreding aangewakkerd.
“We hadden het programma 8 Tracks op Omroep Brabant. Daar was ik al een keer met Enos in geweest, maar later kreeg ik ook nog eens mijn eigen uitzending. Met liedjes, maar ook muziek maken met modder! Allemaal van dat soort dingen. Alles wat ik deed, werd wel een beetje opgepikt. Hoe obscuur ook.”
Club Risico
“Ik kreeg ook de ruimte om dat te doen. Je had in café Boulevard bijvoorbeeld een initiatief genaamd Club Risico, waar je je eigen alternatieve, artistieke projecten kon laten zien. Ik schreef korte verhalen, die iemand anders voorlas en ik speelde daar livemuziek bij. Dat was zo’n eerste stap. En ik schreef het verhaal en de muziek van het multimedia stuk Oh, Death Have Mercy. Dat project was een samenwerking tussen Enos, geluidskunstenaar Hans Timmermans en videokunstenaar Marcel van der Linden, dat tijdens het Organiser Festival werd uitgevoerd in de Willem II concertzaal en expositieruimte Artis.”
“Hoe dat werkt? Soms word je gevraagd (in opdracht) en soms verzin je zelf wat. Ik rolde zo van het een naar het ander. Maar in al die dingen heb ik altijd wel een voortrekkersrol gehad. Omdat mijn interesses daar lagen. Het zit ook niet in mijn aard om niet aan te jagen.”
Piranesi’s Rome
Tussen alle nieuwe projecten door brengt Niels in april 2001 ook zijn eerste volledige solo-cd uit. Op het My First Sonny Weismuller Recordings label. Piranesi’s Rome wordt goed ontvangen. “Niels Duffhues speelt ook in Enos en de liveband van Blimey! en zijn schijfje onder zijn eigen naam zit ergens in het midden van die twee. Een tikkeltje gestoord is hij wel (op het muzikale vlak dan) en het is dan ook zaak om geen gewone muziekjes te verwachten.”
“Vergelijkingen met Lou Reed/John Cale, Tom Waits en Krang gaan wel enigszins op, maar tegelijkertijd ook weer behoorlijk mank. Het zijn veelal vertellingen op muziek en niet zozeer liedjes. Wat hij hier in die 53 minuten klaarspeelt, is dan ook vooral heel boeiend en vaak behoorlijk beklemmend. Woorden schieten tekort voor hetgeen je oren binnendringen, je moet het horen, ondergaan en het vooral niet proberen te verklaren. Geen gemakkelijk plaatje, maar het ontdekken beslist waard!”
Lovende recensies
En zo brengt Niels vanaf zijn eerste release in 1998 elke twee, drie jaar een nieuwe plaat uit. Jacky The Stripper (2002, “Een heel bijzonder talent”), Harem (2005, “Volledig zichzelf, inclusief dat steeds fraaier wordende, rauwe stemgeluid, dat qua kleur en gevoel doet denken aan Cave, Cash en Cohen”), Man On Fire (2007, “Zijn ballades over lovers & murderers verdienen het om net als die van Cave tot in verre buitenlanden omarmd te worden. Omdat Duffhuës ook vooral heel compromisloos zichzelf blijft”), Songs Of Mystery & Other Tales (2010, met strijkkwartet Quinetique: “Gouden combinatie legt iedereen het zwijgen op”), Among The Ruins (2011, “Een lange muzikale carrière die zich in deze bedwelmende plaat uit betaald”) en There’s A Storm Coming (2014, “Moordplaat van de met een steeds mooiere diepe kraak zingende Duffhues”).
Niels’ droom om platen uit te brengen is in ieder geval uitgekomen. Veel is op zijn YouTube kanaal te beluisteren. Er wordt ook vaak opgetreden, tot in het buitenland (Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, Italië), waarbij hij veelal in z’n eentje rondrijdt, maar ook een paar jaar als two-piece band met drummer Marzj (Maartje Simons). Het zogenaamde grote publiek mist alleen zijn unieke muziek, want Niels “begeeft zich al jaren in een trage tijgersluipgang onder de radar” zoals OOR-recensent Willem Jongeneelen dat zo mooi weet te omschrijven.
Muziektheater
In 2005 en 2006 maakt Niels voorstellingen muziektheater. Arcadia, mensen deugen niet en Hades, schoonheid deugt niet. “Ik wilde filmbeelden hebben, had ook voor ogen wat ik wou hebben, maar kon het niet maken. Een cameraman en vriend van mij kreeg ik vervolgens zo ver om mijn beelden vorm te geven. Dat waren grote landschapsbeelden, die we projecteerden, waardoor je een mooi soort diepte kreeg.”
“Bij de vierde voorstelling, rond 2010, had ik iets van En nou ga ik het zelf doen! Weer landschapsbeelden, maar dan op super8-film. Omdat dat zo kostbaar was, dwong dat mij om erg goed na te denken over wat ik wilde doen en overbrengen. Die voorstelling heeft zich geëvolueerd tot wat ik nu doe.”
(Niels Duffhues’) Fable Dust
“Onder de naam (Niels Duffhues’) Fable Dust geef ik tegenwoordig digitale filmconcerten. Dat zijn geen films die ik opstuur naar filmfestivals, maar uitvoeringen. En soms worden de kunstfilms ook geëxposeerd, zoals binnenkort in de Cacaofabriek te Helmond.”
“Ook hier zit een ontwikkeling in, waarbij steeds meer cinemataal zijn weg vindt. Zo ontstaan de kunstfilms niet uit film of muziek, maar uit tekst, korte verhalen en/ of poëzie. En van daaruit vormt zich muziek en film. Tegelijkertijd. Zo krijg je een betere verbinding.”
Meer kunstfilms en cineconcerten zijn te vinden op Niels’ Vimeokanaal.
Er wordt – eind 2014 – ook een elpee uitgebracht van zijn muziek, waarover Gonzo Circus schrijft: “Een instrumentale soloplaat waar de nadruk ligt op zijn warme gitaargeluid. Acht fraaie en minimalistische composities sieren het vinyl, waarin hij naar hartenlust improviseert op zijn melodieën. Pure gitaarmuziek die uitnodigt tot verstilling en bezinning. In het afsluitende ‘Night Stroller’ integreert hij wat drums, die het nummer net dat extra tintje meegeven. ‘The Man Who Came Out Of The Storm’ is een mooie plaat van een man die van alle markten thuis is.”
Vorige jaar bracht Niels Duffhues’ Fable Dust weer een plaat uit: The Light Forsaken Plains In The Cosmos Of My Thoughts. Ditmaal op cassette en met film download.
Flipside Paradox
Een andere recente kunstuiting van Niels, is de Flipside Paradox. In de woorden van Niels: “Een rondreizend laboratorium van experimentele muziek dat door Luk Sponselee en mij wordt georganiseerd. Wij nodigden muzikanten uit om met ons een improvisatie concert te doen. Zonder repetities. Het eerste jaar, in 2014, gaven we zo 7 of 8 concerten in Eindhoven en Tilburg. En in 2015/2016 – in het kader van 200 jaar culturele betrekkingen tussen Nederland en België (Beste Buren) – hebben we nog een dikke 25 concerten gehouden met Vlaamse en Nederlandse muzikanten. Van een tweetal concerten zijn nog opnames gemaakt en op vinyl geperst.”
Gonzo Circus is lovend: “The Flipside Paradox, is een project rond Niels Duffhues (gitaar, Fable Dust) en Luc Sponselee (elektronica). Voor de opnames van hun debuut, gedestilleerd uit een zestal geïmproviseerde concerten, laten ze zich bijstaan door bassist Gijs van de Broek, drummer Johan Reijndzers en, niet onbelangrijk, stem en verteller Nick J. Swarth. De muziek heeft weinig tot niets met jazz te maken. Het is eerder dadaïstische punk, wat surreële dub, deadjazz, ambient en cut-up.“
“De stem van Swarth doet wat denken aan Ton Lebbink en een declamerende Mark Stewart. De teksten zijn soms in het Duits, het Nederlands of het Engels. ‘Wafwafwaf’ en ‘Goei Moggel’ klinken lekker gek, ‘The Urine Therapy’ straalt de loomheid van het betere dubwerk uit en het Duitstalige ‘Durch Nacht Und Wind’ is uitermate intrigerend. Zes nummers zijn het, die absoluut niet als improvisatie klinken, maar als doorwrochte avant-garde met poëzie, of gekte in tekst en muziek gegoten. Meesterlijk staaltje.”
Klaar als singer-songwriter
Tussen alle nieuwe projecten door blijft Niels ook ‘gewoon’ muziek uitbrengen en optreden. Acht cd’s sinds zijn debuut in 1998. Maar Niels is er eind 2014, na There’s A Storm Coming, klaar mee. “Liedjes schrijven, zingen, toeren: ik werd er meer ziek van, dan blij.”
“Vroeger als ik zong, had ik altijd een hele sterke beleving bij mijn teksten. Ik zag alles voor me als ik optrad. Maar tussen 2008 en 2014 had ik zo veel opgetreden, vooral in m’n eentje, dat op een gegeven moment de beleving weg was. Ik had meer dan 150 nummers geschreven binnen de discipline van het singer-songwriten. Het was op!”
“Er lag een nieuwe plaat op de planken, maar ik kon het niet opbrengen om er iets mee te doen. Omdat ik het dan ook weer live zou moeten brengen. Ik ging de laatste jaren een kunstje vertonen en dat heeft mij zoveel energie gekost dat ik in eind 2014 bij de dokter zat. Toen heb ik gekeken naar mijn werk en een keuze gemaakt. Voor de dingen waar ik echt veel zin in had. Dat waren: de Flipside Paradox, Fable Dust en de minifestivals die ik organiseerde in de Willem II. Ik ben me toen volledig op die drie dingen gaan richten. Het ‘singer-songwriter uithangen’ heb ik toen achter me gelaten.”
Niels Duffhues in ZooN
In de ontwikkeling die Niels doormaakt is de band ZooN best wel weer een vreemde eend in de bijt. Mijn favoriete plaat van 2016 is voor Niels’ doen namelijk behoorlijk traditioneel klinkend. De term Folk Noir valt; mij doet het denken aan 16 Horsepower. “Het was gewoon heel erg leuk om weer eens in een band te spelen. Vooral als je altijd zo alleen speelt als ik.”
“De jongens van ZooN – en vooral Ron van Herpen (Astrosoniq, The Devil’s Blood) – ken ik al heel lang. Ron en ik woonden vroeger bij elkaar om de hoek. Dat was ver voordat wij muziek maakten en gitaar speelden. Toen was het vooral stripboeken lezen.”
“Ik ben erin gerold. Ron kwam naar mij toe met de vraag of ik een tekst wou schrijven. En toen ik die tekst geschreven had vroeg hij me of ik die ook wou inzingen. De plaat zou eind 2015 uitkomen. Er was een label, een booker, maar toen wilde de bassist eruit stappen. Dus belt Ron weer. We hebben een probleem, Niels! Ik had eigenlijk helemaal geen zin om in een band te spelen, maar ik zou het wel proberen. Dat was in de zomer van 2015. Heel leuk, het was een heuse vriendenband.”
De plaat Deep komt eind 2015 uit en deze recensie is echt niet overdreven: “Born of Americana blood, raised on psychedelia and ingrained with a spaghetti western atmosphere, ZooN takes you on a deep journey through the cosmos of genre defying rock. (…) Not every day does an album come out of nowhere and inspire me like ZooN did today and I urge anyone with an interest in music to check this out now. The Ripples run Deep on this bad boy.” Ook andere media berichten over een waanzinnig debuut.
Verdriet. Twijfel
Vreemd genoeg treedt de band in twee jaar maar zo’n tien keer op. Ongelofelijk dat ZooN niet ‘doorbreekt’ en door alle Nederlandse podia en festivals geboekt wordt. Het zal met momentum te maken hebben. De drie clips, die worden opgenomen en waarvan Niels de laatste twee maakt, worden allen met een tussenpauze van maar liefst één jaar gepresenteerd. Dit komt ook omdat vriend en zakelijk pijler Danny “Bidi” van Drongelen plotseling overlijdt. Boekingen worden niet meer opgepakt en twijfel slaat toe. Er was geen punt meer op de horizon, waarop Niels stopt en Ron de band in de koelkast zet.”
“Ik zeg voor de grap altijd Bandjes komen en gaan, maar Niels Duffhues blijft doorgaan! Klinkt een beetje cynisch, maar zo werkt het wel een beetje in de muziekwereld.”
En zowaar. Vorige maand – negen maanden na ons interview – verschijnt er ineens weer een nieuwe soloplaat van Niels. Notabene als singer-songwriter. En mini-album The Village is zelfs uitgebracht op cassette. Niels via Messenger: “Inspiratie daarvoor zat wat mij betreft in ons contact de laatste tijd.”
File Under recenseert: “Typisch Duffhues: zwaar van karakter. Op The Village is Duffhues met zijn zware donkere stem te horen, slechts ondersteund door zijn gitaar. Het geluid drukt je als het ware naar achteren om je verstijft van angst te laten luisteren. The Village gaat over een rechter die onderweg is naar een dorp waar een moord is gepleegd. Ook geen reden tot vreugde. Maar ik heb Duffhues altijd intrigerend gevonden. En dat is hier niet anders.”
Murder ballads
Helemaal mee eens! Net als op de tweeëntwintig jaar oude rode demo kun je op deze tape weer een aantal ijzersterke murder ballads horen. Niels had het ‘singer-songwriter uithangen’ achter zich gelaten, maar gelukkig is hij allesbehalve star en – op het trema na – zelfs met zijn artiestennaam, JC Duffhues, terug naar zijn roots.
Luister maar eens naar het heerlijke gejaagde Henry.
Niels in een mooi interview met Mourad Majaiti (Klankgat): “Ik wilde zo als het ware terug naar hoe ik ooit begonnen ben: met één microfoon in een ruimte en zelf opnemen, mixen, et cetera. Daarom komt het album ook als cassette uit, zo ben ik ooit begonnen en cassettes zijn gaaf.”
De demotape van Niels Duffhues is ook te beluisteren op het YouTube kanaal van Diggin’ Demos. De verzamelde feiten en foto’s? Die zijn te vinden op Discogs.
De cassette EP Your Village is te koop via https://nielsduffhues.bandcamp.com/. Op http://www.duffhues.com/ vind je de (cine)concertagenda en releases van Niels en al zijn alter ego’s. Kunstfilms en cineconcerten zijn bewoners op Vimeo.
Marco van Dalfsen wou archeoloog worden, maar dat liep allemaal wat anders. Lees hier meer over de drijfveren van de schrijver van het verhaal over Niels Duffhues of volg Diggin’ Demos op Facebook.
Heb jij thuis demo’s(1), die liggen te verstoffen en waar je niets meer mee doet? Of heb je zelf een demo gemaakt? Je kunt ze doneren of verkopen aan het demoarchief. Ik zal ervoor zorgen dat jouw demotapes goed worden bewaard en hun verdiende plekje krijgen in de muziekgeschiedenis.
Geef een reactie