“Tussen 1997 tot 2000 was ik frontman van de Dordtse band RAUM. RAUM bestond uit jazzy drummer Jur, de folkachtige bassist Arno, de psychedelische gitarist Ed en de half pratende zanger IK. IK was niet bijzonder getalenteerd maar compenseerde dat met vindingrijkheid. Ik vond het tijd om de wereld te bestormen. En de rest van de band volgde. Begin 1998 maakten we ons debuut tijdens de Kleine prijs van Dordrecht in Bibelot. We hadden een ongrijpbare sound waarmee we het tot de halve finale schopten.”

Aan het woord is Peter M. van der Linden, die in 2021 een boek Wat Een Toestand uitbracht met allerlei verhalen “voor wie wil weten hoe het leven vóór internet toch in Godsnaam mogelijk was”. Eén ervan ging dus over RAUM: de band waarvan ik deze mooie demotape in mijn collectie heb.

Demo “Simson”
Peter vertelt erover: “Daarna gingen we al snel onze eerste demo maken. Voor de opnames weken we uit naar de kantine van volleybalvereniging Ekspalvo. Met een bakfiets werden wat matrassen aangevoerd voor de isolatie. Steef van Dijk nam zijn ouwe bandrecorder mee. We gingen er een weekendje voor zitten. Speelden spontaan wat sterren van de hemel. En hopla. De demo was geboren. En binnen een weekje of wat was het afgemixt. We bestelden honderd inktzwarte cassettebandjes. Maar ja waar stop je een cassettebandje in? In iets aparts. Dacht ik. Ik keek eens in mijn schuurtje en pakte een bandenplakdoosje van Simson erbij. Hey, verdimd. Het paste precies. Cool. Maar ja, hoe kom je aan honderd lege doosjes? Gewoon brutaal de fabriek bellen met een mooi verhaal. We zouden de demo Simson noemen.
De volgende dag belde de postbode aan. ‘Tring’. Er stond een enorme kartonnen doos op de stoep. Mijn ouwe god. Ik de doos naar boven sjouwen naar mijn torenkamer. Doos opengemaakt. Honderd lege Simson doosjes. Hopla. De doosjes moesten nog wel bewerkt worden. Een weekend lang schuurden, timmerden en beplakten we de doosjes. De demo Simson was geboren. Een klein meesterwerkje.”
RAUM? Intrigerend, maar …
“We stuurden de demo naar platenmaatschappijen. We werden uitgenodigd bij platenmaatschappij Play it Again Sam te Hilversum. De platenbonzen vonden ons intrigerend maar nog niet commercieel interessant genoeg voor een contract. Ze gaven ons nog wat tijd om verder te groeien.
En we groeiden verder. We wonnen de Poprace van Papendrecht. Plaatsten ons uiteindelijk ook voor de finale van de Kleine Prijs van Dordrecht. We werden echter van het podium geblazen door onze vrienden van Bluefish. Een plaatselijke punkband die volkomen terecht de bokaal mocht ontvangen. We bleven geduldig slijpen aan onze sound. Ondertussen werkte ik maandenlang aan ons logo. Na honderden schetsen had ik het logo voor elkaar. Een mooie ronde vorm van het woord RAUM, klaar voor merchandise.”

“We doken nog dieper de oefenruimte in. We schreven ons nóg een keer in voor De Kleine Prijs van Dordrecht en gingen vrij gemakkelijk door naar de finale van 1999.”
Genieten. Magie
“In een stijf uitverkocht Bibelot namen we het op tegen zeven voornamelijk Dordtse bands. Het was rond Pasen. We kwamen als laatste op en voelden ons sterk en lekker. Het publiek stond tegen het podium aangeplakt. Bassist Arno zette de song ‘Mein Gott’ in en ik kreeg kippenvel tot aan mijn ballen voordat ik een noot had gezongen. Deze avond was voor en met ons. Genieten. Magie. Ik had als gimmick vijftig kleine paaskuikentjes in mijn jaszakken gestoken. Halverwege gooide ik ze het publiek in. Er werd vrij stevig gevochten om de kuikentjes. Bizar. We eindigden binnen de toegestane twintig minuten. Al ons venijn en talent zat in het optreden. De jury kwam kort na middernacht met de verlossende uitslag. We hadden gewonnen!”

“We wonnen een optreden op Wantijpop, studiotijd, vijfhonderd cd’s en plaatsing voor de Grote Prijs van Nederland. Onze muziek was dan niet zo commercieel maar nu gingen we toch eens flink uitpakken. Ton van der Kolk ging een ultramoderne website voor ons maken. We besloten om een EP uit te brengen met drie songs en deze tevens te gebruiken als demo om rond te sturen.
De cd werd hagelwit met ons zwarte logo er in gebrand. In de toekomst zou dan nog een volwaardige cd volgen. We gingen ook een videoclip met Klaas-Arie Westland maken in de Biesbosch tijdens de zonsverduistering. Bij de song ‘Mein Gott’. Ik had een politiepak geleend van Sieto Zeeman en we gingen al improviserende met een camera de Zuidpolder in. Ik sprong wat over slootjes, rende langs koeien in het donker en kwam aan bij een hoogspanningsmast tussen aardappelvelden. Het was al tamelijk vreemd en duister. Ik zou nog even de mast inklimmen en er artistiek uitlazeren. Er was een lichtman mee en het beloofde er retegaaf uit te zien.”
RAUM onder hoogspanning
“Bij de eerste poging kwamen er vanuit de verte twee koplampen met een noodgang naderbij. Een pick-up truck verscheen. Twee boze boeren er in met geweren. Ze dachten dat wij aardappelen liepen te jatten. Wij ons er lam geschrokken uit lullen. Met enige moeite wisten we de boeren tot bedaren te brengen. Ik klom vervolgens onverschrokken de mast weer in. Mijn hoogtevrees overwinnend tot we het shot hadden. De clip werd op RTV Dordrecht uitgezonden en we hoopten dat MTV belangstelling zou tonen.
Als voorproefje voor Wantijpop mochten we warm draaien op het legendarische Schefferspop. Het Scheffersplein was afgeladen. RAUM was lekker bezig. De songs waren scherp. Het publiek verwachtingsvol. We hadden vier grote witte heliumballonnen op het podium geplakt die we halverwege op lieten stijgen. Aan een van de ballonnen hadden we een brief bevestigd. Met een boodschap aan de vrede. We sloegen een beetje door. Werden de zoveelste sekte. Maar dat donderde niet. We zaten in een geweldige flow. We gingen verder met uitpakken voor Wantijpop.
Ik had witte kleding ontworpen voor de band. Voor mijzelf wilde ik witte lederhosen met ons logo aan de voorkant er op. Dat kon ik niet zelf maken, dus ik toog naar mode ontwerpster Lielé. Maar waar en hoe Lielé ook zocht, wit leer was niet te vinden.
Zeppelin
Ik pakte nog een idee uit. Fuck it. Een Zeppelin. Ik belde Ballonland om een enorme zeppelin te bestellen met ons logo erop. Die zou dan de hele zaterdag boven het festival terrein moeten hangen. Dat kon voor 1800 gulden. Wanneer, zei Barry. Tien juni, zei ik. Oei, zei Barry. De zeppelin is dan al geboekt door Dance Valley. Och nee! Te jammer. Maar toch.
We stonden in juni 1999 als vier witte rockmonniken op het regiopodium van Wantijpop. Aan de zijkant stond een bakfiets met vijfhonderd RAUM cd’s en vijftig T-shirts. En zevenhonderd man voor onze neus. Op het hoofdpodium waren net de tonen van de Belgische band Soulwax uitgedoofd. Heel het park zou naar ons toestromen. Dit was nog maar het begin. We walsten het regiopodium plat. Duitsland was de volgende stap. Na Duitsland zouden we het wel zien. We verkochten rond het optreden tachtig cd ’s en dertig T-shirts. We kregen na het optreden een malle discussie over vier consumptiebonnen. Zo vreemd. We hadden nog nooit ruzie gehad. Maar er broeide iets vreemds.”
Geruisloos verdween de magie
“Na dit optreden gingen we voor een nieuwe sound. Iets met beats. Iets met haast. Heel raar. Plotseling viel alles uit elkaar. Wat ons bond was de band. De vrijheid. Groots denken. Details. Buiten de lijnen kleuren. Geruisloos verdween de magie. We verloren de focus. En de band. De onvervangbare drummer Jur werd vervangen. Bassist Arno vond optreden achteraf eigenlijk al niks.
Gitarist Ed en ik gingen nog even verder als het duo Dichtbeideklank, met Nederlandstalige teksten op soundscapes. En toen ook wij een conflict kregen over geld, was ik hélemaal klaar met muzikanten. Ik klopte het artistieke wezen op de schouders, klom vervolgens als tijger het papier in en hervond mijzelf uit. Ik stampte hele lappen tekst in mijn kop en oefende oeverloos op mijn voordracht.”
En toen?
“Van het overgebleven bandgeld kocht ik een kanariegeel maatpak. Ik ging meedoen aan een uit Amerika overgewaaid fenomeen: de poetryslam, waar ik er tamelijk goed in werd. IN 2004 eindigde IK als derde bij het Nederlands kampioenschap. Ik liet kolossale bakkebaarden groeien en versierde via de poetry slam een contract bij de roemruchte uitgeverij Vassalucci. De eigenaar, Oscar van Gelderen, zou mij wel even tot verkoopkanon transformeren. Dat was hem tenslotte bij Heleen van Rooijen ook gelukt. Na een paar weken contract verkocht Van Gelderen echter zijn uitgeverij aan Prometheus. Ik bleef alleen achter met mijn redacteur Adriaan Krabbendam. Het boek kwam na lang soebatten uiteindelijk toch nog van de persen. Ik was er eigenlijk niet op uit, of aan toe, maar een hardcover debuut wijs je niet snel af.
Ich bin ein star baby
Uiteindelijk debuteerde ik in 2005 met het boek. Dan moest er ook maar een kolossale titel bij bedacht ik. ‘Ich bin ein star baby‘, er kwam een foto van mijzelf op de voorkant. Zo zag ik plots mijn beeltenis prijken op de cover van het boek. Niet in witte lederhosen, maar met een kanariegeel pak. Zo ging ik toch nog touren, met een pak en een boek. Niet met de band door Duitsland heen, maar solo in België is waar ik verscheen, van Brussel tot Gent. En hoe geel mijn pak dan ook was, vooral mijn bakkebaarden werden herkend.”
De demotape van RAUM is ook te beluisteren op het YouTube kanaal van Diggin’ Demos.
In 2014 komt RAUM nogmaals bijeen voor een reünie. De gehele show in Bibelot, Dordrecht is opgenomen en hier te zien. Het hilarische “Wat een toestand” van Peter M. van der Linden is te koop via zijn website voor slechts € 10,- inclusief verzending.
Marco van Dalfsen wou archeoloog worden, maar dat liep allemaal wat anders. Lees hier meer over z’n drijfveren of volg Diggin’ Demos op Facebook.
Heb jij thuis demo’s(1), die liggen te verstoffen en waar je niets meer mee doet? Of heb je zelf een demo gemaakt? Je kunt ze doneren of verkopen aan het demoarchief. Ik zal ervoor zorgen dat jouw demotapes goed worden bewaard en hun verdiende plekje krijgen in de muziekgeschiedenis.
Geef een reactie