Vlak voor de kerstvakantie kreeg ik een veertig jaar oude rehearsal tape van The Softies. Wat heb ik me tijdens de feestdagen heerlijk vermaakt met het graven naar informatie over de band. Een fantastisch gaaf cadeau van drummer Joe Thumper a.k.a. Joël Komkommer! Met behulp van de bandleden heb ik een verhaaltje geschreven.
Luister naar de muziek en lees meer over The Softies. Kennen jullie de band? Wat vinden jullie van de muziek? Wat is hun plek in de Nederlandse muziekgeschiedenis? Laat het me weten!
Dit is de rehearsal tape van The Softies. Als je op play klikt kun je tijdens het lezen luisteren naar de muziek. Onderaan dit artikel is ook nog een luisterlink geplaatst.
Op 16 februari 1978 spelen The Softies in de Catena-sociëteit te Leiden. Het Leidsch Dagblad bericht de dag ervoor: “De groep werd in september van het vorige jaar geformeerd door Big Mick, die afkomstig is uit de punkgroep The Damned. De andere leden van de groep luisteren naar de namen Pedro Marx (gitaar), Baron Vito (drums) en Frank Stein (basgitaar). The Softies brachten onlangs hun eerste single in Nederland uit.”
Suicide Pilot
De single waar het dagblad aan refereert is Suicide Pilot en wordt in Nederland uitgebracht op het Poker label.
Catena doet nog een geweldige oproep in de krant: “Het bestuur van Catena stelt er overigens wel prijs op dat men zich voorzien van veiligheidsspelden, gescheurde kleren, bizarre make-up naar het concert begeeft.”
Big Mick heeft als Michael Smith dan al een bewogen leven achter de rug en is geen groentje in de muziekbizz. Ik weet niet of ik alles moet geloven, maar hij vertelt de krant dat hij op negenjarige leeftijd een onthoofding ziet, paratroeper wordt op z’n 16e, zijn gewicht verdubbelt (en Big Mick wordt) als hij 14 maanden in het ziekenhuis ligt na een parachuteongeluk, zich revancheert als Engels kampioen discuswerpen, Engelse taal en literatuur studeert op Cambridge, chauffeur is van George Harrison, ziet hoe Keith Moon zijn Rolls Royce het zwembad inrijdt en met de mannen van Led Zeppelin kleuren-tv’s uit hotelramen gooit.
Het ontstaan van The Softies
Het openhartige interview over zijn leven eindigt in de beginjaren van de punk: “Via een baantje bij het platenlabel Stiff, werd hij manager van The Damned. Later tourmanager van The Adverts, terwijl hij achter de knoppen zat bij Dr. Feelgood en Eddie and The Hot Rods. Big Mick: “Tegen die tijd kreeg ik er kots genoeg van om naar anderen te kijken. Ik wilde het zelf doen. Dus begon ik The Softies in Londen. Samen met Rat Scabies en Captain Sensible van The Damned. We speelden, als zij niet met The Damned op hoefden te treden, of in hun eigen voorprogramma.
Tijdens mijn vakantie in Nederland werd ik in Engeland min of meer bij een drugsschandaal betrokken, waardoor ik voorlopig niet terug kon. Overigens is dat nu opgelost. Ondertussen was ik hier opnieuw begonnen met The Softies. Samen met twee Nederlandse musici, te weten Frank ‘N’ Steiner en Thumper. Voorlopig blijf ik dus maar hier. Die twee knapen spelen uitstekend en hebben de juiste instelling. En dan zit onze platenmaatschappij natuurlijk ook hier, hè”.
De bandleden vertellen
Joël Komkommer mailt: “Samen met zijn vrouw Colleen Duffy, streek Big Mick in 1977 neer in een kraakpand aan de Tesselschadestraat (Amsterdam). In diezelfde tijd jamde ik veel in de Melkweg en daar kende ik Frankie (Frank Cambach) a.k.a. Frank ‘N’ Stein van.”
Frank vult via Messenger aan: “Pedro en Vito (geen idee hoe die jongens echt heetten), die ik vaak tegenkwam bij de Melkweg jams, hebben mij bij The Softies gehaald. Ze vroegen mij of ik bas wilde spelen in een punkband en daar wat geld mee wilde verdienen. Na een paar optredens (o.a. voorprogramma Johnny Thunders (De Stokvishal, Arnhem) en Boomtown Rats, Paradiso) bleek dat dit duo toch niet het snelle tempo kon bijbenen. Die werden dus nog in Paradiso ontslagen. Een week later kwam Mick toen met Joël aanzetten, die ik ook kende van de Melkweg jams. Hij bleek zich wonderwel en razendsnel als punk-drummer te kunnen transformeren; toen kwamen The Softies tot leven.”
Joël herinnert het zich nét iets anders: “Pedro en ‘de Baron’ waren na één sessie en een mislukte gig de laan uitgestuurd en Big Mick moest op zoek naar vers bloed.”
A way of life
“Ineens stonden Frankie en Mick voor de deur van mijn woonboot. Mick: groot, oranje haar, te dik en allemaal buttons op een veel te klein Billy Turf jasje was nogal dwingend in zijn ‘verzoek’ aan mij om de nieuwe drummer van The Softies te worden. Ik wilde eigenlijk niet, want ik zat in de jazzrock en punk was niet zo mijn muziek, maar ze grepen me vast en met een tondeuse ging mijn haar eraf. Toen moest ik wel. Een uur later zat ik tijdens een interview met Nieuwe Revu te verkondigen dat punk iets was wat je niet kon leren; het was a way of life 😉
Ik eiste dat er gerepeteerd werd; iets wat ze voorheen nooit nodig vonden. Ook arrangeerde ik met Frank de meeste nummers, waar geen kop en staart in te ontdekken was. Het begon meestal ergens en eindigde met steevast dezelfde shitherrie en dat moest veranderen.
Mick was een schreeuwlelijk, maar met een klein hartje. Eigenlijk was ie meer een dichter, maar dat paste niet in de muziekstijl. Desondanks schreef hij enkele pareltjes, waaronder dus Suicide Pilot. Zelfs ìk herkende de klasse van vooral de tekst en zag ook daardoor wel de potentie die het zeker had.”
“In no time werden we bekender en het duurde niet lang of er kwam een professionele roadcrew o.l.v. Dr. Sado, twee Britten met een busje en een sponsorcontract met Jan “racing en hoeren” Bik bij, die wel brood in ons zag en het een mooie gelegenheid vond om zijn vele zwarte geld wit te wassen.”
Captain Sensible joins The Softies
Big Mick was zoals gezegd (road)manager van The Damned geweest. Toen Ray Burns a.k.a. Captain Sensible van die band – persona non grata in eigen land – de nasty punk in Nederland ging uithangen, vroeg Mick hem in de band te komen spelen. In die vage setting maakten The Softies met Captain Sensible het nummer Jet Boy, Jet Girl. Met Joël a.k.a. Joe Thumper dus op drums, op wiens woonboot de Captain in die dagen logeert.
Het nummer verhaalt over een 15-jarige jongen in een seksuele relatie met een oudere man, die hem vervolgens afwijst voor een meisje. Joël: “Geproduceerd door Jan Rietman, die er niets van snapte overigens. Plastic Bertrand had er wél een monsterhit (Ca Plane Pour Moi) mee, maar bij de Captain’s versie bleek de zin He gave me head niet door de Hilversumse censuur te kunnen.”
“De Captain en ik deelden muzikale voorkeuren. Non-conformistisch, zeker, maar vooral melodie was belangrijk. Pop van de Beatles natuurlijk – daar zijn we beide mee opgegroeid – en zelfs Abba kon vooral de Captain bekoren. Bovenaan op het lijstje stond wel onze gezamenlijke voorliefde voor de zo gehate symfonische rock. Wij draaiden vooral ’s nachts, op de boot, lange uitgesponnen Genesis composities. Onnodig te zeggen dat we dat maar voor ons hielden. Onze guilty pleasures vormden wel degelijk de basis voor de beste arrangementen en composities die we live speelden.”
De Captain over Amsterdam en Joël
Captain Sensible vertelt op zijn Facebookpagina over de opname: “It was 1977, and Brian James had left the Damned so with our songwriter gone we all went off to do solo projects for a while. I ended up playing guitar with the Softies, ex Damned roadie Big Mick’s Amsterdam based punk n’ roll band. I was sleeping on the floor of drummer Joe Thumper’s canal barge moored somewhere nearby the Ajax footie stadium and actually started getting some sleep at night when I finally got used to the thing bobbing about whenever another vessel passed by, which happened quite a lot during morning rush hour if I recall correctly.
Joe would play Jean Luc Ponty’s ‘Imaginary Voyage’ Suite constantly….. which is an absolutely sublime piece of jazz / prog which I recommend highly – but I can’t hear it these days without being instantly transported back to that little rickety little Dutch boat.”
Anyway, apart from the gigging around Holland and Germany we found ourselves in the studio one day recording a couple of Micks songs (Children Of The Damned / Who Are The Mysterons) and were getting on famously when a bloke from the record label blundered in holding a single saying we had to stop what we were doing and knock off a quick cover version of it. It turned out it was the English language version of Ca Plan Pour Moi, which the Belgian singer Elton Motello (confused yet) had rewritten as ‘Jet Boy, Jet Girl’…… but had only been released in Belgium. This is why our Dutch label guy saw an opportunity to have a hit with the tune in his own country – if he could only find someone crazy enough to record it!”
Big Mick in disgust
“Being the Softies singer Big Mick gave it the first go but being a rather burly ex paratroop regiment sergeant he threw down his headphones in disgust at the camp petulance of the lyric saying “What sort of song do you call this, get yourself some other daft b****d to sing it”.
And with that the studio fell into silence until I suddenly noticed all eyes were looking at me, and after some negotiation (and the equivalent of £100 in Guilders passing hands) I sauntered out to the vocal booth and gave it my best shot. Which, judging by the tears of laughter on his face the bloke from Poker records seemed quite happy with. Needless to say, coming from family of a Scottish Catholic persuasion I had written into the contract that the disgraceful record was NEVER to be released in the UK and sure enough when I looked there was my little clause mentioning the UK added at the bottom of the page. But lo and behold, a year or so later (after JBJG HAD been released in the UK) when I had the thing translated it said….
“can be released anywhere in the world INCLUDING the UK”.
There’s one born every minute, eh……… But it’s still a great song though.”
Joël Komkommer over de opnames
Ik speel niet mee op de single Suicide Pilot – ik kon niet – en ook niet op Children Of The Damned (de B-kant van single Jet Boy, Jet Girl), maar ik drum wél op beide nummers op deze tape van een oefensessie. We namen echt alles op met een portable cassettedingetje van niks en dat is dus bewaard gebleven.”
Sneller en rauwer
Luister hieronder naar de lekkere snelle en meer rauwe versies van de songs.
Joël mijmert: “Wat een wilde, mooie tijd! En wat een verhalen. Die keer in Ommen, waar Frankie besloot om een staande klok uit een hotel mee te nemen, waar ze ons als punks niet wilden bedienen en dat de plaatselijke hermandad Frankie tijdens de gig meenam en hij een nachtje mocht brommen. Of hoe we tijdens het vele toeren de verveling verdreven met een spel om zoveel mogelijk auto’s aan de kant van de weg te krijgen. Bussen kregen dubbele punten. We deden écht alles: gebaren – wijzend naar beneden – dat er iets mis was met de band. We gingen zelfs zo ver dat we borden van huis meenamen met teksten als Your engine is on fire. Het was lachen. Dat zeker.”
En toen?
“Jan Bik, rijke bordeelhouder, zag zoals gezegd wel brood in punk en met hem werd een deal gesloten, maar snapte er alleen niets van. Hij regelde al onze dingen, zoals boekingen, platendeals en salaris, plus de toezegging dat de promotie in ieder geval zou bestaan uit een groot ambitieus popfestival, dat die zomer zou moeten plaats vinden in het Olympisch stadion. Dat zou het Summer Fever Festival gaan heten, met grote namen in het verschiet, zoals Blondie, Talking Heads en wij dus, plus nog twee nader te boeken bands.
Als manager werd ene Captain Roger Wilson geregeld. Deze flegmatieke Brit, met duidelijke navy voorkeuren plus een pijp zou dan met een koffer geld richting the States gaan om de bands te boeken. Afijn, je raadt het al. Er ging iets fout; eigenlijk ging alles wel fout wat er fout kon gaan. Roger weg, koffer met geld weg en Mick vluchtte terug naar Engeland met medeneming van alle equipment, inclusief de backline. Frankie en ik bleven beduusd achter. Zonder iets te zeggen was de band opgeheven blijkbaar, net terwijl het goed dreigde te gaan.”
The Softies worden Frank te soft
Frank over deze periode: “Augustus ’78 besloot Mick om naar Engeland te gaan. Ik ben meegegaan en we hebben daar nog een paar optredens gedaan met als hoogtepunt het voorprogramma van The Damned in de Electric Ballroom. Met Rat Scabies bij ons als drummer. En wat een luxe: ik mocht toen op de installatie van Lemmy (van Motörhead) spelen, die inviel als The Damned bassist. Ja, Lemmy en Rat, zeer sympathieke gasten. Echte sterren… Maar verder gebeurde er eigenlijk te weinig om van te kunnen bestaan. Het liep niet echt en ik voelde me daar ook niet thuis. Mick kreeg opeens ook country ideeën en daar had ik al helemaal geen trek meer in. Ik ben toen na een maand of twee weer naar Amsterdam gegaan.
Later ben ik nog wel gebeld of ik zin had een album te komen maken. In Wales, maar dat zag ik ook niet zo zitten, mede door de muziek keus.”
Geen credits voor de Nederlandse Softies
In de Foel Studio (Llanfair Caereinion, Wales) neemt Big Mick – zonder zijn Hollandse maten, en zonder hen muzikale credits te geven – de single (Killing Time) en elpee (Nice and Nasty) op. Frank: “Ik was 20, geheel naïef, maar het viel me zwaar tegen dat hij zichzelf muziek van Joël en mij toe-eigende op de elpee. Ik vermoed dat hij dat wel met meer mensen gedaan heeft. Wie weet was die Mick wel een meesteroplichter; hij had daar zeker de charmes voor. Die pakte iedereen binnen twee minuten in. Dat was zeker een van z’n grootste talenten.”
Frank heeft gelukkig zijn gitaar uit de naar Engeland verscheepte boedel van The Softies kunnen redden en maakt vervolgens furore in de Nederlandse punkscene met Helmettes en Speedtwins. En Joël? Hij ontpopt zich tot producer, o.a. van Spargo en Social Security.
The Softies… 35 jaar later
Joël: “Jaren later, ik spreek nu over 2015 of daaromtrent, werd ik ineens gebeld door Frankie. Ik was down and out. Vooral qua gezondheid had ik het lastig, maar ook mentaal en Frankie haalde me daaruit. Hij zei dat ik de stokken weer uit de tas moest halen. Mick was dan wel dood (sinds 2005, red), maar wij nog lang niet! En het werkte ook nog. Ik knapte weer op en daar blijf ik hem altijd dankbaar voor.
Hij had een grote loods in Amsterdam Noord omgebouwd tot repetitiehok en daar zijn we gewoon gaan jammen. Eerst met z’n tweetjes, maar er kwamen al snel meer muzikanten op af. Dick Bakker (o.a. van nederpunkers Filth, red) werd ingelijfd als bassist – Frankie speelde inmiddels gitaar – en al snel gingen we hier en daar wat spelen op feesten. Zo kwamen we ineens ook te spelen in Paradiso tijdens één of ander punk-revival-festivalletje en dat sloeg wel in.”
Tribute to Mick
“Afijn, voor we het wisten zaten we er weer middenin en het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan, hè?! Dus kwam het plan om als tribute aan Mick een remake te doen van Suicide Pilot. The Captain (Sensible dus) zou zelfs een bijdrage te leveren. Hij zou er speciaal voor naar Amsterdam komen, had hij op Facebook toegezegd, maar dat liep anders. The Damned ging ineens ook weer opnemen en met succes. Toertje door Amerika en zo, en dus moesten we het plan bijstellen.
Suicide Pilot 2018 ft. Dirk Polak
De Powersound Studio stond al geboekt, dus gingen wij toch maar. Daar namen we naast Suicide Pilot onder de naam Makkelijke Mannen ook Ranomi op, wat als grap een paar dagen eerder door Dick Bakker was bedacht. De basis van Suicide Pilot was achteraf gezien te lekker om te laten liggen en dus vroegen we Dirk Polak (o.a. van Mecano, red) om de lead te zingen. Hij was altijd al een fan van The Softies en wilde heel graag. We wilden eigenlijk al heel lang al iets doen met elkaar en dit leek een prachtige gelegenheid. Dirk zingt werkelijk de longen uit zijn lijf in de nieuwe Studio 150, waar we het ook hebben gemixt.”
Het nummer wordt op flexidisc gezet en op 22 november 2018 tijdens de boekpresentatie van het 2e deel van Oscar Smit’s Paradiso Punkjaren weggegeven. Ze treden vanwege ziekte niet op, maar veertig jaar later waart hun muziek weer rond in Paradiso; hoe mooi kan muziekgeschiedenis zijn?
De rehearsal tape van The Softies is ook te beluisteren op het YouTube kanaal van Diggin’ Demos. De verzamelde feiten en foto’s? Die zijn te vinden op Discogs.
Marco van Dalfsen wou archeoloog worden, maar dat liep allemaal wat anders. Lees hier meer over de drijfveren van de schrijver van het verhaal over The Softies of volg Diggin’ Demos op Facebook. Muziek van The Softies en daarna is te beluisteren via de Soundcloud-pagina van Joël Komkommer en die van Frank.
Heb jij thuis demo’s(1), die liggen te verstoffen en waar je niets meer mee doet? Of heb je zelf een demo gemaakt? Je kunt ze doneren of verkopen aan het demoarchief. Ik zal ervoor zorgen dat jouw demotapes goed worden bewaard en hun verdiende plekje krijgen in de muziekgeschiedenis.
Theo Haijes zegt
Prachtig verhaal. Hoewel ik helemaal niets met punkmuziek heb, kan ik dergelijke story’s altijd bijzonder waarderen. Heel leuk dat de bandleden zich nog zoveel details uit die tijd weten te herinneren.
Het is overigens niet Olaf, maar Oscar Smit die boeken over de punkjaren schrijft.
Diggin' Demos Marco zegt
Hahaha: ik ken een Olaf Smit hier in Groningen; dan krijg je dat 🙂 Bedankt voor de opmerkzaamheid en je compliment. Vind ik leuk.
Hans zegt
Prachtig verhaal en tot mijn stomme verbazing zag ik de poster van een van de fameuze woensdag gehakdagen waarop de Softies werden aangekondigd met notabene het bandje waarin in zelf deed of ik punk was, The Peasants. Maar was dat echt in april 1978? Was dat niet of nog later? Anyways kan me er niets meer van herinneren :).
Frank Stein zegt
Leuk stuk geworden Marco…,en Ik heb nog wel meer demootjes liggen,dus wie weet….
Diggin' Demos Marco zegt
Bedankt! Dat vind ik leuk om te horen!
Rene Bos zegt
He Frank ineens dacht ik hoe zou het met Cambach gaan.
en vervolgens ben ik hier beland.
Ik heb me een beetje ingelezen maar leuke tijd geweest toch.
Nou gab tijd geleden je zal het verhaal ook wel wat mij betreft hebben gehoord.
We leven nog, ik stuur dit via deze weg heb geen flauw idee of je dit bericht krijgt.
Reageer ff op een andere manier waar ik je wel kan bereiken en anders helaas Mazzel Bossie
Michael Kopijn zegt
Op de nederpunk pagina van het bacteria archief staat een bandprofiel van The Softies: https://www.bacteria.nl/the-softies/
Diggin' Demos zegt
Bedankt voor de link! Ik heb op jouw pagina ook een link naar die van mij toegevoegd 😉
Andere Harry zegt
Goed stuk tekst man. Zo kom je nog eens iets te weten. Ik kwam op deze site vanwege het overlijden van Tony Slug. Meen me te herinneren dat hij nogal een vete had met de Captain uit de tijd dat deze in Amsterdam verbleef en in de Softies speelde. Weet iemand dáár nog iets over te vertellen? Ben wel benieuwd eigenlijk waar dat over ging. Gha.